ECLI:NL:GHAMS:2025:1136
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.F. Miedema
- A.V.T. de Bie
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige bij oma
In deze zaak gaat het om de machtiging tot uithuisplaatsing van de 15-jarige minderjarige [minderjarige] bij zijn oma van moederszijde. De kinderrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 8 november 2024 een beschikking gegeven waarin de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd met een jaar, ingaande op 5 december 2024. De vader, die in detentie verblijft, is het niet eens met deze beslissing en verzoekt dat [minderjarige] bij zijn vriendin verblijft tijdens de uithuisplaatsing. De vader heeft op 23 december 2024 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter. De moeder heeft op 17 januari 2025 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 28 februari 2025 waren zowel de vader als de moeder aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, evenals de oma en de vriendin van de vader. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de vader in zijn hoger beroep beoordeeld, waarbij het hof vaststelde dat de vader geen gezag uitoefent over [minderjarige] en dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing geen directe invloed heeft op zijn rechten. Het hof concludeert dat de vader niet als belanghebbende kan worden aangemerkt en verklaart hem niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.