2.25Bij brief van 10 februari 2023 heeft Veilig Thuis de raadsman van [naam] c.s. een alternatief voor een huisbezoek voorgesteld. Daarbij heeft Veilig Thuis onder andere het volgende meegedeeld:
Naar aanleiding van de drie meldingen, en op basis van de informatie van eerdere meldingen over dit gezin uit de verrijking, heeft Veilig Thuis de dienst Onderzoek ingezet. Hiervoor is een plan van aanpak opgesteld waarin als noodzakelijk wordt
gezien dat in ieder geval de kinderen worden gezien.
Omdat ouders aangeven grote moeite te hebben met de (gerechtvaardigde) inbreuk op hun privéleven, heeft Veilig Thuis de zorgen opnieuw besproken in een multidisciplinair overleg (MDO). Echter, de uitkomst van dit MDO heeft niet geleid tot een andere zienswijze, om welke reden het besluit ongewijzigd is gebleven. De
volgende overwegingen zijn hierbij van belang.
a.
a) Vanuit het perspectief van veiligheid vindt Veilig Thuis een eigen observatie essentieel. De leefwereld van de kinderen is niet door een externe professional te toetsen, zoals een school of een kinderdagopvang. Evenmin hebben de kinderen -zover Veilig Thuis bekend- activiteiten buitenshuis zoals een sport of een hobby. Dit maakt dat Veilig Thuis niet via andere externe bronnen voldoende zicht zou kunnen krijgen op de (sociaal-emotionele) ontwikkeling van de kinderen. De beschikbare informatie van het AMW en de RvdK uit 2020 geven evenmin voldoende zicht op de huidige leefsituatie. Om die reden vindt Veilig Thuis het belangrijk om de kinderen te kunnen zien/spreken vanuit eigen observatie.
b) Het gegeven dat de kinderen thuisonderwijs genieten staat vanwege de vrijstelling niet ter discussie. Echter, de basisschool is meer dan enkel een ‘onderwijsinstituut’. Een school is voor kinderen ook dé plek waar zij leren vriendschappen aan te gaan, te delen, om te gaan met verlies en frustratie. Dit zijn ontwikkelingen die een belangrijke basis vormen om later als volwassene stabiele relaties aan te kunnen gaan. In dit verband heeft een basisschool ook tot taak om ontwikkelingsproblematiek vroegtijdig te signaleren en op ontwikkelgebieden vroegtijdig hulp in te zetten. Omdat de kinderen thuisonderwijs ontvangen kunnen de zorgen uit de melding niet worden beoordeeld binnen het kader van deze schooltaken. Naar aanleiding van de melding vindt Veilig Thuis het daarom belangrijk ook zicht te krijgen op de andere aspecten waar scholen aandacht voor hebben, waaronder de sociaal-emotionele ontwikkeling, en ook de fijne en grove motorische ontwikkeling. Immers, de zorgen uit de melding werpen ook de vraag op of de kinderen voldoende buitenspelen, zoals fietsen, zwemmen, klimmen, springen, rennen, ravotten, etc, activiteiten die belangrijk zijn voor een gezonde ontwikkeling maar wat de melders deze kinderen nooit zien doen.
c) Binnen de multidisciplinaire aanpak van Veilig Thuis kan de eerste indruk van kinderen aanleiding zijn om de vertrouwensarts te betrekken voor het screenen op eventuele lichamelijke signalen van onveiligheid in de breedste zin van het woord. Om dat te kunnen beoordelen is een eigen observatie door Veilig Thuis noodzakelijk.
d) Het aanbod van ouders om foto’s en filmpjes te laten zien is volgens Veilig Thuis geen passend alternatief, omdat beelden van familie-uitjes geen althans onvoldoende representatieve informatie geeft over het sociaal-emotionele functioneren van kinderen in interactie met hun omgeving op dit moment. Dergelijk materiaal zegt ook niets over de momenten waarop er niet gefilmd is. Tevens ontbreekt de context waarbinnen het is gemaakt en eventuele instructies aan de kinderen. Kortom: beeldmateriaal dat ouders zelf aanbieden biedt onvoldoende zicht op veiligheid.
e) Veilig Thuis heeft een wettelijke taak om naar aanleiding van een melding de zorgen te onderzoeken. Die taak heeft Veilig Thuis ook in de situatie dat (achteraf) wordt vastgesteld dat er geen reden tot zorg is geweest. De dwingend gerechtvaardigde grond ligt in de mogelijkheid dat de veiligheid van kinderen anders is dan door de directbetrokkenen wordt voorgesteld. Echter, dat is pas vast te stellen ná afronding van het onderzoek, niet eraan voorafgaand. Als de zorgen uit de melding onterecht zijn, zoals ouders stellen, dan mag Veilig Thuis ook van ouders verwachten dat zij in gesprek gaan met Veilig Thuis om dit beeld zo snel mogelijk recht te zetten. Zoals gesteld kan Veilig Thuis begrip opbrengen voor de weerstand die ouders voelen bij de inbreuk in hun persoonlijke levenssfeer, en tegelijkertijd mag Veilig Thuis van ouders verwachten dat zij meewerken aan het onderzoek om de veiligheid van hun kinderen te beoordelen. Hiervoor is het belangrijk dat Veilig Thuis in gesprek kan gaan, omdat binnen de interactie -met ouders en de kinderen- informatie besloten ligt die belangrijk kan zijn voor het onderzoek.
f) Verder merkt Veilig Thuis op dat de zorgen zijn gemeld in een periode dat de betrokken hulpverlening, die de RvdK in 2020 noodzakelijk achtte, al enige tijd was beëindigd. In de tussenliggende periode is de leefsituatie van de kinderen veranderd. Ouders zijn verhuisd naar een andere regio, de kinderen zijn ouder geworden en bevinden zich in een andere ontwikkelingsfase met andere ontwikkelingstaken en -voor ouders- andere pedagogische uitdagingen.
g) Tenslotte heeft Veilig Thuis ook ten taak om de rechten van het kind te borgen. Mede om die reden staat in het landelijke Handelingsprotocol dat Veilig Thuis altijd ook de kinderen spreekt als zij ouder zijn dan vier jaar. Kinderen jonger dan vier jaar worden in ieder geval door Veilig Thuis gezien. Aanvullend hierop vindt Veilig Thuis het belangrijk dat de kinderen de ruimte krijgen, en voelen, om zich uit te spreken, of in ieder geval kennis te hebben van de instantie die bij hun leefsituatie is betrokken.
Op grond van voorgaande overwegingen vindt Veilig Thuis het nog steeds van belang om de kinderen te zien en te spreken.
Voor zicht op veiligheid vindt Veilig Thuis het verder belangrijk om ook contact op te nemen met informanten die mogelijk aanvullende informatie kunnen geven over de aard en/of de ernst van de gemelde zorgen, zoals:
- De wijkagent met betrekking tot het burenconflict
- De huisarts
- De JGZ
- De in 2020 betrokken medewerker van het AMW
- De RvdK die in 2020 het raadsonderzoek heeft gedaan
Na het zien/spreken van de kinderen en de toelichting van informanten zal Veilig Thuis een nieuw MDO inplannen om te bespreken of Veilig Thuis voldoende zicht heeft op de veiligheid, of dat hiervoor meer nodig is.
Voorstel
Als ouders het als onredelijk bezwarend ervaren om Veilig Thuis ‘voor een kopje koffie of thee’ te ontvangen in hun eigen woning, dan heeft Veilig Thuis het volgende voorstel voor een ontmoeting op een locatie buitenshuis als minder ingrijpend - maar voldoende passend - alternatief.
Veilig Thuis stelt voor om ouders en de kinderen te ontmoeten in een vestiging van de openbare bibliotheek. Veilig Thuis gaat ervan uit dat de bibliotheek een voor de kinderen bekende locatie is, of, mocht dat niet zo zijn, passend is gezien het thuisonderwijs. De openbare bibliotheek is kindvriendelijk, en de locatie biedt gelegenheid om vanuit een speelse en ongedwongen situatie in gesprek te gaan over de mooie (prenten)boeken die bij de bibliotheek geleend kunnen worden, en over andere onderwerpen die kunnen ontstaan binnen een sociale interactie.”