Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2. Feiten
ALGEMENE BEPALINGEN
(ieder van) mijn stiefkleinkind(eren), zijnde de kleinkinderen van mijn overleden echtgenoot, de heer [A] een bedrag in contanten overeenkomende met het bedrag dat zij ieder erfbelastingvrij van mij kunnen erven;
de rechthebbende, uit mijn nalatenschap verkrijgt, onder de bepaling dat het aan hem nagelatene alleen besteed mag worden voor zijn levensonderhoud.
Benoeming (opvolgend) bewindvoerder
Aanvang bewind
Strekking bewind
de bezwaarde) van het uit mijn nalatenschap aan hem nagelatene bij zijn overlijden onverteerd zal hebben nagelaten, zal ten deel vallen aan mijn overige genoemde stiefkinderen (erfgenamen) (hierna eveneens te noemen: de
verwachter(s)), tezamen en voor gelijke delen, danwel bij vooroverlijden van een stiefkind, aan diens nakomelingen. (…)
Ik heb, als notaris, voor [erflaatster] een testament opgesteld en deze op 6 juli 2018 gepasseerd. Uw cliënte [hof: [gedaagde] ] heeft destijds inderdaad mij benaderd omdat [erflaatster] haar had aangegeven dat zij haar testament wilde aanpassen. (…)
3.Beoordeling
hulpverlenerkan doen om tot inzage in/afschrift van het medisch dossier te komen. Anders dan [eiser 1] meent, kan het hof [gedaagde] niet gelasten het medisch dossier van erflaatster, waarvan [gedaagde] naar eigen zeggen geen kennis heeft, in het geding te brengen; een rechtsgrond hiertoe ontbreekt. Evenmin kan het hof in deze procedure tussen enerzijds [eiser 1] en anderzijds [gedaagde] bepalen dat een hulpverlener (derhalve een niet bij de procedure betrokken derde) inlichtingen over erflaatster dan wel inzage in of afschrift van de gegevens uit het dossier van erflaatster dient te verstrekken.