Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
(...)
aan(ieder van) mijn stiefkleinkind(eren), zijnde de kleinkinderen van mijn overleden echtgenoot, de heer [geïntimeerde]een bedrag in contanten overeenkomende met het bedrag dat zij ieder erfbelastingvrij van mij kunnen erven;
Benoeming (opvolgend) bewindvoerder
Aanvang bewind
Namens [klager], (…), alsmede namens zijn bij algemene volmacht agerende de gevolmachtigden, zijn echtgenote mevrouw [naam 5] en zijn beide dochters mevrouw [naam 6] en mevrouw [naam 9] (bijlage 1: levenstestament d.d. 6 oktober 2016) dien ik een klacht in tegen [de notaris] (…)”.
4.De klacht
5.Beoordeling
klachtontvankelijk is (artikel 99 Wet op het notarisambt). De ontvankelijkheid van de klacht dient beoordeeld te worden op basis van de (rechts)toestand ten tijde van de indiening. Klager was nog in leven op het moment dat de klacht tegen de notaris werd ingediend op 10 februari 2022. Bij het indienen van de klacht werd klager – op basis van zijn levenstestament – vertegenwoordigd door de erfgenamen. Het hof is van oordeel dat de erfgenamen reeds daarom de klacht
op naam van klagerkunnen voortzetten.
- de notaris heeft erflaatster niet voorafgaand aan het opmaken van het testament gesproken, maar is afgegaan op de telefonische mededelingen en instructies van de financieel adviseur, die in het gewijzigde testament zelf tot executeur werd aangewezen;
- de notaris wist dat erflaatster een zeer hoge leeftijd had en dat zij verbleef in een verzorgingstehuis;
- het was de notaris duidelijk dat erflaatster niet haar eigen financiën beheerde of haar eigen administratie deed;
- de notaris was bekend met de door erflaatster aan [naam 4] en [naam 3] verstrekte volmachten;
- het concepttestament is uitsluitend aan het adres van de financieel adviseur toegestuurd;
- de notaris wist dat in het concepttestament een voor klager ingrijpende wijziging, te weten de uitsluiting als erfgenaam van de nalatenschap, was opgenomen;
- de notaris heeft slechts één keer een half uur met erflaatster gesproken, namelijk alleen bij het passeren van het testament. Daarom kon niet getoetst worden of en op welke wijze erflaatster consistent in haar wensen was;
- aantekeningen van de bespreking, zo die er al zijn, heeft de notaris niet overgelegd;
- vanwege praktische redenen – zo verklaarde de notaris ter zitting – is besloten alles in één keer, dus zonder voorgesprek, te laten plaatsvinden;
- de notaris kon niet verklaren wie het testament uit de gesloten en geadresseerde envelop heeft gehaald en met wie erflaatster voorafgaand aan het gesprek met de notaris de inhoud van het concept heeft besproken, maar de notaris kon zich wel herinneren dat het testament op tafel lag om door erflaatster te worden getekend;
- de notaris heeft de tweetrapsmaking in het testament en met name de betekenis en consequenties daarvan voor haar kleinkinderen, de kinderen van klager, niet althans niet voldoende duidelijk met erflaatster besproken.
- de financieel adviseur was ook al betrokken bij de via de notaris gepasseerde verkoop en levering van de eigen woning van erflaatster toen erflaatster ervoor koos naar een verzorgingshuis te verhuizen. De notaris was dus al bekend met de rol van de financieel adviseur;
- de notaris heeft per e-mail aan de financieel adviseur aangegeven dat na de bespreking met erflaatster
- de hoge leeftijd van erflaatster en haar verblijf in een verzorgingshuis bleken voor de notaris geen aanleiding te zijn tot een
- de notaris heeft in haar gesprek met erflaatster voldoende inzicht gekregen in de helderheid van erflaatster over haar financiële positie en haar wensen om te komen tot een in haar eigen ogen evenwichtig testament;
- het was – gelet op de familieverhoudingen – op uitdrukkelijk verzoek van erflaatster dat het concepttestament via de financieel adviseur bij haar terecht zou komen;
- erflaatster had voor zichzelf een duidelijke reden waarom zij de erfgenamen (van klager) niet in de positie wilde brengen waarin zij het aandeel van klager in de nalatenschap van erflaatster zouden overerven na het overlijden van klager. Het was de duidelijke wil van erflaatster en betrof geen ingrijpende wijziging ten opzichte van haar eerdere testament. Nog altijd waren het haar stiefkinderen die zouden erven en haar kleinkinderen die een legaat zouden ontvangen.
Uitgangspunten proceskostenveroordeling in hoger beroep’ (te raadplegen op de website van dit hof). Nu het hoger beroep van de notaris leidt tot oplegging van dezelfde maatregel, ziet het hof – overeenkomstig de uitgangspunten – af van een kostenveroordeling in hoger beroep; de door de kamer uitgesproken proceskostenveroordeling blijft in stand.