ECLI:NL:GHAMS:2024:916
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de strafzaak betreffende dierenwelzijn
Dit tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam is gewezen in het kader van het hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 15 juni 2023 werd uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 15-324038-22. De verdachte, geboren in 1970, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 26 maart 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat er informatie van het openbaar ministerie is ontvangen over de status van het beslag op de hond van de verdachte, die mogelijk is vervreemd. Deze informatie is niet expliciet besproken tijdens de zitting, terwijl dit van belang is voor de beslissing in deze zaak. Daarom heeft het hof besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen, met de opdracht om het onderzoek op een later te bepalen datum te hervatten. De verdachte en zijn raadsman zullen worden opgeroepen voor deze zitting. Het arrest is uitgesproken op 9 april 2024, waarbij mr. R.D. van Heffen, mr. B.E. Dijkers en mr. C. Beuze zitting hadden in de meervoudige strafkamer, met mr. B.K.M. Pouw als griffier. Van Heffen en Beuze waren niet in staat het arrest mede te ondertekenen.