Uitspraak
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
4.Beslissing
(1) dat voor [appellante] vanaf 1 januari 1992 als pensioenovereenkomst met DLA Pensioenbrief-2004 geldt;
(2) dat Pensioenbrief-2004 gedurende de periode van 1 januari 1992 tot en met 31 december 2008 kwalificeert als oneigenlijke beschikbare regeling (streefregeling) recht gevend op vastgestelde pensioenen die door de werkgever moeten worden ondergebracht en gefinancierd, zoals bedoeld in de brief van de Verzekeringskamer van 20 december 2000 op pagina 3 onder het kopje "Ad. 1. Streefregeling";
(3) dat het uit hoofde van Pensioenbrief-2004 premievrij verzekerde kapitaal jaarlijks per 1 januari toereikend dient te zijn voor het op die datum verzekeren van de pensioenaanspraken die [appellante] tot ultimo van het voorgaande jaar heeft opgebouwd op basis van Pensioenbrief-2004; en
(4) dat Pensioenbrief-2004 vanaf 2009 kwalificeert als uitkeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 10 Pensioenwet en dat de pensioenopbouw van [appellante] vanaf 2009 dient te worden ondergebracht op basis van pensioenverzekeringen voor het onderbrengen van uitkeringsovereenkomsten als bedoeld in artikel 10 Pensioenwet.