ECLI:NL:GHAMS:2024:820
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toezegging arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en gerechtvaardigd vertrouwen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of aan appellant een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is toegezegd door Manpower Business Services B.V. Appellant, die in dienst was bij Manpower, stelde dat hij gerechtvaardigd mocht vertrouwen op een dergelijke toezegging. De kantonrechter had in eerste aanleg de vorderingen van appellant afgewezen, omdat er geen bewijs was voor een toezegging van Manpower en appellant niet had voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Het hof bevestigde het oordeel van de kantonrechter. Het hof oordeelde dat appellant onvoldoende feitelijke onderbouwing had geleverd voor zijn stelling dat er een toezegging was gedaan. Het hof wees erop dat appellant op de hoogte was van de vereiste tests (CAS- en VIT-test) die hij moest afleggen om in aanmerking te komen voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, en dat hij niet geslaagd was voor de CAS-test en de VIT-test niet had afgelegd. De communicatie tussen appellant en Manpower werd als onvoldoende beschouwd om een gerechtvaardigd vertrouwen te rechtvaardigen.
Het hof bekrachtigde het bestreden vonnis en veroordeelde appellant in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak voor werknemers om aan de gestelde voorwaarden te voldoen voordat zij aanspraak kunnen maken op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.