Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) dagen.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 20 juli 2023 was gewezen. De zaak betreft twee gevoegde strafzaken met de parketnummers 15-131421-22 en 15-114381-23, waarin de verdachte is veroordeeld voor winkeldiefstal. De verdachte, die zonder bekende woon- of verblijfplaats is, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof bevestigt het vonnis van de politierechter, behalve ten aanzien van de strafoplegging, die wordt vernietigd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, maar het hof legt een voorwaardelijke gevangenisstraf op van tien dagen met een proeftijd van twee jaren. Het hof overweegt dat de verdachte zich tweemaal schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal, wat niet alleen financiële schade, maar ook hinder en ergernis voor de benadeelden met zich meebrengt. De op te leggen straf is gebaseerd op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals de persoon van de verdachte. Het hof acht een voorwaardelijke gevangenisstraf passend om de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging wordt vernietigd en opnieuw recht wordt gedaan, met bevestiging van het vonnis voor het overige.