Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
initial estimate”,terwijl ook nergens anders in de door [appellanten] aangehaalde berichten wordt gesproken over een vaste aanneemsom, aldus de kantonrechter. In het licht van deze overwegingen van de kantonrechter hebben [appellanten] in hoger beroep onvoldoende gesteld om de conclusie te rechtvaardigen dat desalniettemin een vaste aanneemsom is overeengekomen. Bovendien blijkt ook uit de Whatsapp-correspondentie van 10 december 2019 eerder het tegendeel, namelijk dat voor [appellanten] niet duidelijk was wat precies in de besproken prijs inbegrepen was. Daarbij komt dat [appellanten] in hoger beroep ook geen – voldoende concreet – bewijs hebben aangeboden van hun door [geïntimeerde] betwiste stelling. De grieven die gericht zijn tegen rechtsoverwegingen 12 en 13 van het tussenvonnis slagen daarom niet.
5.Beslissing
23 april 2024voor een akte van de zijde van [geïntimeerde] van de onder 4.7 bedoelde inhoud, waarop [appellanten] bij antwoordakte kunnen reageren;