ECLI:NL:GHAMS:2024:667
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.A. Stalenhoef
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- L.F. Roseval
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in ontnemingszaak wegens witwassen
Op 14 maart 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 juni 2023. In deze ontnemingszaak, die voortvloeit uit een eerdere veroordeling voor het medeplegen van witwassen, heeft het openbaar ministerie gevorderd dat de betrokkene een geldbedrag van € 2.000,00 aan de Staat zou betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank had deze vordering toegewezen en de betrokkene veroordeeld tot betaling van dit bedrag. De betrokkene, die thans gedetineerd is, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 februari 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de betrokkene en zijn raadsman gehoord. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank Amsterdam bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel en de opgelegde betalingsverplichting. Het hof heeft in zijn beslissing ook de duur van de gijzeling, die maximaal 40 dagen kan bedragen, in overweging genomen.
De uitspraak van het hof is gedaan door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. De oudste raadsheer en de griffier waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen, maar de beslissing is wel formeel vastgelegd en gepubliceerd.