ECLI:NL:GHAMS:2024:665

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
23-001531-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van hoger beroep en niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Op 29 januari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 16 mei 2023. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1965, die eerder hoger beroep had ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 29 januari 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

De verdachte had op 26 januari 2024 een akte ingediend waarin hij aangaf het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof oordeelde echter dat intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk was, aangezien het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep al op 12 september 2023 was aangevangen. Het hof concludeerde dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenste te handhaven.

Gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting en is ondertekend door de griffier, hoewel twee rechters buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001531-23
datum uitspraak: 29 januari 2024
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 16 mei 2023 in de strafzaak onder parketnummer 15-034746-23 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1965,
adres: [adres01] .
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
29 januari 2024.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 26 januari 2024 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Intrekking van het hoger beroep is niet meer mogelijk, nu het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op een eerdere zitting van het hof op 12 september 2023 is aangevangen. Het hof leidt evenwel uit de akte intrekking van het hoger beroep af dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven. Om die reden zal hij, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, zal de verdachte niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. L.F. Roseval, mr. B.E. Dijkers en mr. T.J. Kelder, in tegenwoordigheid van
mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
29 januari 2024.
mr. T.J. Kelder en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.