Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Op vrijdag 17 april was u mij op kantoor. (…) U vertelde mij dat u geen verklaring kon overleggen over het geld dat u verdiende bij de kapperszaak. Ik heb u toen gezegd dat ik zonder die verklaring geen geld kan krijgen voor het missen van inkomen uit kapperswerkzaamheden. U vroeg mij toen de passage over de kapperswerkzaamheden uit het schadeoverzicht te verwijderen. Dat heb ik gedaan. (…). Als u op dit moment uw schade volledig wilt afwikkelen, schat ik dat ik voor u een slotuitkering zal kunnen onderhandelen van ongeveer € 150.000,- tot € 155.000,-. Dat lijkt veel geld, maar u moet zich wel realiseren dat u daar de rest van uw leven mee zult moeten doen. U kunt niet over een paar jaar opnieuw bij de wederpartij aankloppen. (…)”.
de schriftelijke bevestiging van het aanbod om een slotbetaling te doen van € 135.000,-. (…) Afgelopen vrijdag besprak ik het aanbod van de heer [naam 2] met u bij mij op kantoor. U vond het aanbod te laag in verhouding tot uw letsel; u denkt eerder aan een bedrag van € 400k of meer. Ik heb u uitgelegd dat ik op dit moment niet kan beoordelen of een dergelijk bedrag reëel is. Dat hangt van een aantal factoren af. In de eerste plaats zullen wij dan moeten kunnen bewijzen dat u zonder het ongeval carrière had gemaakt bij [bedrijf 1] of andere, beter betaalde werkzaamheden zou zijn gaan verrichten. U beloofde mij om te komen met bewijs van uw kapperswerkzaamheden en het inkomen dat u daarmee verdiende.”
€ 295.616.
Hiermee bevestig ik dat de wederpartij in jouw zaak een aanbod heeft gedaan om de zaak af te wikkelen tegen betaling van een slotuitkering van € 220.000,-. Dat bedrag komt bovenop de reeds aan jou betaalde verschotten. (…) Op 7 september jongstleden bespraken wij bij mij op kantoor het aanbod van de wederpartij. Of dit uiteindelijk een goed aanbod is, zal de toekomst moeten uitwijzen. Op basis van de informatie die op dit moment aanwezig is, vind ik het een mooi voorstel. Het bedrag ligt vrij dicht in de buurt van de schade die wij zelf hadden berekend (…) van € 258.000). (…) Een nadeel is dat wij op dit moment niet weten of je voor de rest van je leven wel een volledige WIA-uitkering zult ontvangen. (…) Als je dat gat niet met inkomsten kunt vullen, schiet de schadevergoeding dus tekort. (…)”
Ik heb u uitgelegd dat u een risico neemt door in dit stadium uw zaak af te wikkelen. Uw WIA-beoordeling heeft namelijk nog niet plaatsgevonden, waardoor wij niet weten of in november aanstaande aan u wel een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering zal worden toegekend. Als dat niet het geval is, zal het bedrag van € 220.000,- niet genoeg zijn om uw volledige schade te compenseren. (…) Op basis daarvan heb ik u geadviseerd nog een aantal weken te wachten met het afwikkelen van de zaak (…). U wilde de afwikkeling echter doorzetten. (…) De vaststellingsovereenkomst treft u aan alsbijlagebij deze brief. Daarin is vastgelegd dat aan u een slotuitkering wordt betaald (…).
In ruil daarvoor ziet u af van al uw toekomstige vorderingsrechten tegen [bedrijf 1] . U kunt dus nooit meer iets vorderen van [bedrijf 1] , ook niet als in de toekomst blijkt dat uw schade meer bedraagt dan het in de vaststellingsovereenkomst genoemde bedrag.”