Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
6.Beslissing
PRO FORMAaan tot
18 augustus 2024;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de moeder en de vader met betrekking tot de zorgregeling en de verhuizing van de moeder met de kinderen. De moeder had eerder verzocht om vervangende toestemming om met de kinderen naar Friesland te verhuizen, maar dit verzoek was door de rechtbank afgewezen. De moeder is in hoger beroep gegaan, maar het hof heeft de afwijzing bevestigd. Het hof oordeelde dat de belangen van de vader en de kinderen zwaarder wegen dan die van de moeder. De kinderen zijn geboren in 2014 en 2016 en verblijven momenteel in een zorgregeling waarbij zij om de week bij de vader en de moeder zijn. De moeder heeft argumenten aangedragen voor haar verhuizing, waaronder haar werk in Friesland en haar netwerk daar, maar het hof oordeelde dat de verhuizing te vergaande gevolgen zou hebben voor de omgang tussen de kinderen en de vader. Het hof heeft ook de verzoeken van de vader om de zorgregeling uit te breiden in overweging genomen, maar heeft besloten dat er meer informatie nodig is over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen en de hechtingsrelatie met de vader. De raad is verzocht om onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden voor uitbreiding van de zorgregeling. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot een later moment.