Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Het Instituteverleent aan
Het Effectenhuistoestemming om met ingang van 1 maart 2014 voor de duur van het fonds, op grond van de navolgende voorwaarden gebruik te maken van de OK-Scores van
het Institute, die
het Institutezich verbindt aan
Het Effectenhuister beschikking te stellen; (…)”
4.Eerste aanleg
Haviltex-maatstaf brengt mee dat OKSI gehouden was regelmatig en op eigen initiatief OK-Scores met toelichting aan HEC te verstrekken. Voor zover die werkzaamheden na de ziekte en het overlijden van [naam 1] niet meer zijn verricht, is OKSI in de nakoming van die verplichting tekortgeschoten. OKSI is te dien aanzien in verzuim geraakt als gevolg van de e-mail van HEC van 16 juli 2019 die – mede in het licht van de daarna verzonden e-mails van HEC – moet worden beschouwd als ingebrekestelling en het niet verhelpen van de genoemde tekortkomingen (verbeterpunten) gedurende het derde kwartaal van 2019. HEC heeft op die grond middels haar e-mail van 8 oktober 2019 de overeenkomsten buitengerechtelijk ontbonden. Een redelijke uitleg van die ontbindingsverklaring is dat de ontbinding heeft plaatsgevonden per de datum van die e-mail. Gevolg van de ontbinding is onder meer dat HEC de wel door OKSI geleverde prestaties ongedaan moet maken. Deze prestaties kunnen echter naar hun aard niet ongedaan worden gemaakt, zodat HEC de waarde daarvan moet vergoeden. De rechtbank heeft in het eindvonnis de waarde van de door OKSI in het tijdvak van 1 januari 2018 tot aan de ontbinding (per 8 oktober 2019) geleverde prestaties gesteld op 50% van de daarvoor gefactureerde c.q. verschuldigde bedragen.
5.Beoordeling
€ 222.847,55.
€ 10.580,-(tarief VI = € 2.645 x 3 punten in conventie en
€ 15.106,-(tarief VI = € 4.316 x 3 punten in principaal en