Uitspraak
Procesgang
– kort gezegd – het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 4.963,94. [3] De hoogte van dit bedrag is door de advocaat-generaal en de raadsman ook niet betwist.
werkelijkecontante uitgaven. Door rekening te houden met eventueel vervolgprofijt heeft de advocaat-generaal de grondslag van de ontnemingsvordering ter terechtzitting in hoger beroep gewijzigd. Het hof is met de raadsman van oordeel dat dit, gelet op het late moment in deze procedure, te weten eerst ter terechtzitting bij het gerechtshof, na terugwijzing door de Hoge Raad, in strijd met de beginselen van een goede procesorde is.
€ 303.739,14bedragen.
(4.963,94 - 303.739,14 =) € - 298.775,20. Hieruit volgt dat sprake is van onbekende ontvangsten. Men kan immers niet meer uitgeven dan men aan geld beschikbaar heeft, tenzij sprake is van een andere, onbekende contante ontvangstenbron. Van deze onbekende ontvangstenbron van € 298.775,20 kan worden aangenomen dat deze ten minste gelijk is aan het wederrechtelijk verkregen voordeel.
(298.775,20 / 2 =) € 149.387,60.
Verplichting tot betaling aan de Staat
€ 149.387,60.
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
149.387,60 (honderdnegenenveertigduizend driehonderdzevenentachtig euro en zestig cent).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 149.387,60 (honderdnegenenveertigduizend driehonderdzevenentachtig euro en zestig cent).