Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
2. [geïntimeerde 2] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
€ 2.239.268,84
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
in ieder gevalsprake zou zijn van een schuld van € 600.000,- aan
handelscrediteuren. Dat doet niet af aan wat in het bestreden vonnis is overwogen over de hoogte van de totale schuld ten tijde van de eerste bestellingen (rov. 5.13), waarvan de juistheid voor het overige niet door [appellant] is bestreden. Ook het hof gaat daarom uit van een schuldenlast van [bedrijf] van circa € 8,1 miljoen ten tijde van de eerste bestellingen bij [geïntimeerden]