Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
advocaat: mr. J.E. Polet te Zoetermeer,
geïntimeerde,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.
1.1. De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
De dagvaarding bevat de grieven.
3.Feiten
- een beslissing op bezwaar van de gemeente, gedateerd 29 september 2022 en gericht aan [appellant] op zijn e-mailadres [e-mailadres] , waarin diens bezwaren gedeeltelijk gegrond zijn verklaard en het primaire besluit in stand is gehouden en aangevuld zoals beschreven in het meegestuurde advies van de bezwaarschriftencommissie;
- de begeleidende e-mail van de gemeente aan [appellant] (met het adres weergegeven als “ [appellant] ”).
4.BeoordelingDe procedure in eerste aanleg4.1 Bij de inleidende dagvaarding heeft de gemeente gevorderd [appellant] te verbieden de uitspraak van 13 september 2022 ten uitvoer te leggen, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [appellant] in de proceskosten, waaronder de nakosten. Zij heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat het treffen van verdere executiemaatregelen jegens de gemeente onrechtmatig is. In dit verband heeft de gemeente onder meer aangevoerd dat zij op 29 september 2022 aan deze uitspraak heeft voldaan en dat de overschrijding met slechts twee dagen betekent dat er een dwangsom van (slechts) € 500,00 is verbeurd.4.2 De voorzieningenrechter heeft de vordering van de gemeente toegewezen en aan [appellant] , op straffe van verbeurte van een dwangsom, het verbod opgelegd om de uitspraak van 13 september 2022 ten uitvoer te leggen. Hij heeft voorlopig geoordeeld dat al met al aannemelijk is dat de gemeente de beslissing op bezwaar op 29 september 2022, twee dagen te laat, aan [appellant] heeft gestuurd. De gemeente heeft dan ook niet meer dan € 500,- aan dwangsommen verbeurd.Door de uitspraak van 13 september 2022 ten uitvoer te leggen voor het maximum aan dwangsommen maakt [appellant] dan ook misbruik van zijn executiebevoegdheid. Dat biedt voldoende grond om de tenuitvoerlegging te verbieden, aldus de voorzieningenrechter.
4.4 In dit executiegeschil gaat het om de vraag of tenuitvoerlegging door [appellant] van de uitspraak van 13 september 2022 misbruik van bevoegdheid in de zin van artikel 3:13 BW zou opleveren. Daartoe moet worden nagegaan of en wanneer de gemeente aan deze uitspraak heeft voldaan middels bekendmaking aan [appellant] van haar besluit op het bezwaar van [appellant] .
4.5 Voorop gesteld wordt dat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een eigen stelsel kent inzake de bekendmaking van besluiten. Op grond hiervan wordt het beroep dat [appellant] in zijn grieven heeft gedaan op de ontvangsttheorie, gebaseerd op artikel 3:37 lid 3 BW, buiten beschouwing gelaten.
Op grond van de Awb geldt het volgende. De bekendmaking van een besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht geschiedt door toezending of uitreiking aan hen van dit besluit (artikel 3:41 Awb). Een bericht kan ook langs elektronische weg worden verzonden als de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs die weg voldoende bereikbaar is (artikel 2:14 lid 1 Awb). Dit kan expliciet of impliciet.
[appellant] heeft zijn e-mailadres [e-mailadres] kenbaar gemaakt aan de gemeente en ook via dit adres meermaals gecorrespondeerd met de gemeente, namelijk op 18 februari 2021, 12 april 2021 en 10 augustus 2021. Op de brief met aanvullende gronden van 11 februari 2021 staat dit e-mailadres vermeld. [appellant] heeft de ingebrekestelling aan de gemeente van 18 februari 2021 vanaf dit e-mailadres verzonden. Hiermee heeft [appellant] dan ook kenbaar gemaakt dat hij langs voornoemd e-mailadres voldoende bereikbaar is.
De gemeente stelt op 29 september 2022 de beslissing op bezwaar aan dit e-mailadres te hebben verzonden. [appellant] betwist dit bericht te hebben ontvangen. Het ligt op de weg van de gemeente om de verzending aannemelijk te maken.
Allereerst is er de e-mail van de gemeente van 29 september 2022, gericht aan “ [appellant] ”, met als onderwerp “beslissing op bezwaar”. Deze e-mail bevat als bijlage de bedoelde beslissing op het bezwaarschrift. De geadresseerde in deze beslissing is “De heer [appellant] , [e-mailadres] ”.
De gemeente heeft ook al eerder via dit e-mailadres gecorrespondeerd met [appellant] . Op 18 februari 2021 heeft de gemeente via het adres [e-mailadres] aan [appellant] de goede ontvangst van zijn e-mail bevestigd. Op 5 maart 2021 heeft de gemeente een uitnodiging voor de hoorzitting inzake de exploitatievergunning aan hetzelfde adres verzonden. Op 10 augustus 2021 heeft de gemeente een e-mail aan dit adres gestuurd inzake de stand van zaken en de ingebrekestelling in verband met het bezwaar tegen de exploitatievergunning. Daarop heeft [appellant] nog diezelfde dag vanaf datzelfde adres geantwoord. De ontvangst van deze drie e-mailberichten en daarmee het gebruik van het juiste e-mailadres door de gemeente zijn niet betwist door [appellant] .
Gelet op deze opeenvolgende correspondentie van en naar het adres [e-mailadres] en de vermelding van dit e-mailadres in de kop van de beslissing op bezwaar, acht het hof het voldoende aannemelijk dat de gemeente voor de verzending van de beslissing op het bezwaarschrift datzelfde e-mailadres heeft gebruikt en niet opeens een ander e-mailadres is gaan gebruiken.. In dit verband heeft [appellant] nog naar voren gebracht dat de gemeente zich bediende van twee verschillende e-mailadressen en dat er dus geen bestendige lijn in haar communicatie was. De gemeente is dat andere e-mailadres echter pas gaan gebruiken na de verzending van de beslissing op bezwaar en ‘in reply’ op de door [appellant] op 3 maart 2023 vanaf dat andere e-mailadres (info@advocatenkantoorzuid.nl) aan de gemeente verzonden e-mail.
4.7 Verder heeft de gemeente toegelicht dat zij gebruik maakt van een automatiseringsprogramma “Octopus” dat e-mails na verzending opslaat op een G-schijf. Ter onderbouwing hiervan heeft zij in eerste aanleg al een aantal stukken overgelegd. In de eerste plaats een uitdraai van de verzonden e-mail van donderdag
29 september 2022. De header van deze e-mail luidt: “Verzonden: donderdag 29 september 2021 13:24 (…) beslissing op bezwaar (…) [appellant] pdf”. Daarnaast heeft de gemeente een schermafdruk van de G-schijf overgelegd waarop is te zien dat de
e-mail aan [appellant] met documentnaam EMAL0004.eml is opgeslagen. De daarbij geregistreerde tijd is 29 september 2022 13:23. Een medewerker van het Project Octopus Web heeft verklaard dat uit deze documenten volgt dat de e-mail inclusief bijlagen is verzonden aan [appellant] .
Hiermee is er voldoende grond om het door de gemeente gevorderde verbod toe te wijzen. De grieven behoeven voor het overige geen behandeling.
5.Beslissing
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.