Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Nadere overweging vordering benadeelde partij [BV] B.V.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, een financieel administrateur, werd beschuldigd van verduistering van in totaal meer dan € 500.000,- die hij had verduisterd van verschillende opdrachtgevers. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 maanden, maar het hof heeft deze straf verlaagd naar 16 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM. De verdachte had zich gedurende een periode van meer dan 2,5 jaar schuldig gemaakt aan herhaalde verduistering, waarbij hij het vertrouwen van zijn opdrachtgevers ernstig had geschaad. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 16 maanden geëist, en het hof heeft deze eis gevolgd. De beslissing om de gevangenisstraf te verlagen was ook gebaseerd op de lange duur van de procedure, die niet te wijten was aan de verdachte of zijn raadsman. Het hof heeft ook de vordering van de benadeelde partij, [BV] B.V., in overweging genomen, waarbij het hof de proceskosten heeft toegewezen. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op de zitting van 27 februari 2024.