In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 december 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1972, werd beschuldigd van diefstal gepleegd op 3 januari 2021 te Amsterdam. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van €750,00 en 15 dagen hechtenis, waarbij de geldboete in vijf termijnen van €150,00 moet worden betaald. Indien de verdachte niet in staat is om de geldboete te betalen, kan deze worden vervangen door hechtenis. Het hof heeft de toepasselijke artikelen van het Wetboek van Strafrecht genoemd, waaronder artikelen 23, 24, 24a, 24c, 63 en 310. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, T. Zikken.