In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 januari 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1962 te [geboorteplaats], werd beschuldigd van opzetheling, gepleegd op 12 januari 2022 te Amsterdam. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van 20 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De relevante wettelijke voorschriften die van toepassing zijn in deze zaak zijn de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, T. Zikken.