ECLI:NL:GHAMS:2024:377

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
26 februari 2024
Zaaknummer
23-000160-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis in hoger beroep inzake opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en overtreding van de Wegenverkeerswet

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 9 december 2022 was gewezen. De verdachte werd beschuldigd van opzettelijk handelen in strijd met een verbod op basis van artikel 2 onder B van de Opiumwet en van overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet. De feiten vonden plaats op 26 juli 2022 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden. Daarnaast is de verdachte voor de duur van zes maanden de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf, voor zover deze tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, T. Zikken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-262745-22
parketnummer hoger beroep : 23-000160-23
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 31 januari 2024 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 december 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994
Gepleegd op:
- feit 1: op 26 juli 2022 te Amsterdam;
- feit 2 primair: op 26 juli 2022 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5a en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 1, 2 primair bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gewezen door mr. F.A. Hartsuiker, in bijzijn van T. Zikken, griffier.
mr. F.A. Hartsuiker