In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 april 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 te [geboorteplaats], was aangeklaagd voor mishandeling, gepleegd op 25 januari 2023 te Amstelveen. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren opgelegd, met een subsidiaire gevangenisstraf van 20 dagen. De proeftijd is vastgesteld op 2 jaar. Het hof heeft bepaald dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de taakstraf, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per dag in voorarrest, voor zover deze tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. De uitspraak is gedaan door mr. F.A. Hartsuiker, in bijzijn van griffier T. Zikken.