In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 september 2024 uitspraak gedaan in een incidentele vordering tot niet-ontvankelijkverklaring van [appellant] in zijn hoger beroep. [appellant] was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 september 2023, waarin Swishfund als eiseres was opgetreden. Swishfund had gevorderd dat [appellant] niet-ontvankelijk zou worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat hij niet binnen de vereiste termijn van acht dagen had ingeschreven in het rechtsmiddelenregister. Het hof oordeelde dat er een onlosmakelijk verband bestaat tussen de waardeloosverklaring van het hypotheekrecht en de vernietiging van de hypotheekverlening. Aangezien [appellant] niet tijdig had ingeschreven, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de beslissingen over de hypotheek. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van [appellant] in het (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep. Het hof hield verdere beslissingen aan tot het eindarrest in de hoofdzaak.