ECLI:NL:GHAMS:2024:3678
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herstelarrest inzake opheffing van geschorst bevel tot voorlopige hechtenis in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2024 een herstelarrest gewezen in het kader van een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. Het oorspronkelijke arrest, dat op 3 oktober 2024 werd gewezen, had betrekking op de strafmaat voor de verdachte, die een jeugddetentie van 610 dagen opgelegd kreeg, met aftrek van het voorarrest. Echter, in het dictum van het eerdere arrest was abusievelijk nagelaten om de beslissing tot opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te nemen. Dit had mogelijk gevolgen voor de executie van de straf. Het hof heeft daarom besloten om zijn eerdere uitspraak te herstellen door deze aanvulling op het dictum te doen. De beslissing houdt in dat het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte wordt opgeheven. Dit arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters van de meervoudige strafkamer, met uitzondering van de jongste raadsheer, die buiten staat was om te ondertekenen.