Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 13 september 2022. De verdachte, geboren in 1952, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij werd veroordeeld voor vernieling. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, maar past de opgelegde straf aan. De verdachte had het raam van zijn buurman bespoten met verf en dichtgeschroefd, wat leidde tot schade en overlast voor de benadeelde. Tijdens de zitting is gebleken dat de verdachte door zijn fysieke gezondheid niet in staat is om een taakstraf uit te voeren. Gezien de ernst van het feit en de omstandigheden, heeft het hof besloten een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen van twee jaren, met een proeftijd van twee jaren. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank ten aanzien van de opgelegde straf en doet opnieuw recht. De op te leggen straf is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.