ECLI:NL:GHAMS:2024:3612

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
23-002758-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging en poging afdreiging met vrijspraak voor smaadschrift

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is veroordeeld voor belaging en poging tot afdreiging, maar vrijgesproken van smaadschrift. De tenlastelegging betreft gedragingen van de verdachte die in de periode van 5 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021 stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Dit gebeurde door herhaaldelijk te bellen en berichten te sturen, alsook door een account aan te maken op een gaydatingsite met de naam en foto van het slachtoffer. De verdachte heeft daarbij dreigende uitspraken gedaan over het terugvorderen van een geldbedrag, wat leidde tot angst en onveiligheid bij het slachtoffer. Het hof oordeelde dat de gedragingen van de verdachte zodanig waren dat er sprake was van belaging, terwijl de poging tot afdreiging ook wettig en overtuigend bewezen werd geacht. De verdachte werd echter vrijgesproken van smaadschrift, omdat de uitlatingen niet als ernstig genoeg werden beschouwd om iemands integriteit aan te tasten. De opgelegde straf bestond uit een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf werd niet opgelegd vanwege de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002758-23
datum uitspraak: 29 augustus 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 oktober 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-110143-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1971,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 augustus 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 5 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021 te Amsterdam en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , met het oogmerk voornoemde [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte in voornoemde periode vele malen gebeld en/of gefacetimed en/of voicemail-berichten gestuurd naar (de telefoon van) voornoemde [slachtoffer] en/of een account op naam van voornoemde [slachtoffer] aangemaakt op gaydatingsite [site] , waardoor voornoemde [slachtoffer] veelvuldig werd gebeld en/of meermalen tegen [slachtoffer] gezegd via telefoon en/of chat "als je niet betaalt weet ik jouw kantoortje wel te vinden" en/of "mijn geld krijg ik vandaag nog geloof mij" en/of "maanden lang laat jij mij wachten op mijn kankergeld. Ik weet genoeg van jouw [slachtoffer] ", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2. primair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 05 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021 te Amsterdam en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld en/of bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van één of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer] en/of een derde toebehoorde(n) voornoemde [slachtoffer] meermalen telefonisch en/of via Facetime en/of via chat heeft benaderd en/of heeft gezegd ""als je niet betaalt weet ik jouw kantoortje wel te vinden" en/of "mijn geld krijg ik vandaag nog geloof mij" en/of "maanden lang laat jij mij wachten op mijn kankergeld. Ik weet genoeg van jouw [slachtoffer] " en/of "maar ik blijf jouw tot mij dood bekent maken wie jij werkelijk ben" en/of "vuile viezerik ..jij goat mij betalen hoe dan ook. Ik maak jou kapot... Jij moet mijbetalen. Ik weet wie jij bent en ik zal zeggen dat jij een pedo bent, jij laat kleine kinderen naar je hotelkamer komen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021
te Amsterdam en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten de afgifte van een of meer geldbedragen, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] , voornoemde [slachtoffer] meermalen telefonisch en/of via Facetime en/of via chat heeft benaderd en/of heeft gezegd: “als je niet betaalt weet ik jouw kantoortje wel te vinden” en/of “mijn geld krijg ik vandaag nog geloof mij” en/of “maanden lang laat jij mij wachten op mijn kankergeld. Ik weet genoeg van jouw [slachtoffer] ” en/of “maar ik blijf jouw tot mij dood bekent maken wie jij werkelijk ben” en/of “vuile viezerik.... Jij goat mij betalen hoe dan ook. Ik maak jou kapot....Jij moet mijbetalen. Ik weet wie jij bent en ik zal zeggen dat jij een pedo bent, jij laat kleine kinderen naar je hotelkamer komen”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3.
hij op of één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 oktober 2020 tot met 28 februari 2021 te Amsterdam en/of Rotterdam, in elk geva in Nederland, opzettelijk, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, door een account aan te maken op de gaydatingsite [site] met de naam en/of een telefoonnummer en/of een foto van voornoemde [slachtoffer] met daarbij de woorden ""Top [slachtoffer] " en/of " Telex nu wie laat mij spuiten", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging feit 1 en 2

De raadsvrouw heeft zich overeenkomstig haar pleitaantekeningen op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal vrijgesproken dient te worden. Ten aanzien van feit 1 heeft zij daartoe aangevoerd dat slechts bewezen kan worden dat de verdachte de aangever alleen op 5 oktober 2020 en op 6 januari 2020, en in totaal maar zeven keer, heeft gebeld met het telefoonnummer eindigend op [nummer] . Deze beperkte hoeveelheid contacten levert geen stelselmatigheid op. Weliswaar heeft de verdachte na 6 januari 2021 de aangever nog wel geprobeerd te bellen, maar omdat de aangever het telefoonnummer van de verdachte en alle anonieme bellers geblokkeerd had, heeft hij hier geen weet van gehad. Daarbij komt dat de aangever de verdachte ook nooit te kennen heeft gegeven dat zijn benaderingen niet op prijs werden gesteld. Verder kan niet bewezen worden dat het de verdachte is geweest die het account op naam van de aangever heeft aangemaakt op [site] , hetgeen met zich mee brengt dat het onder 3 ten laste gelegde, smaad(schrift), niet bewezen kan worden. Ten aanzien van feit 2 primair kan niet bewezen worden dat de verdachte het oogmerk had zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen, omdat de verdachte een rechtmatige vordering had op de aangever. Daarnaast kunnen de uitlatingen van de verdachte niet gekwalificeerd worden als (bedreiging met) geweld of smaad(schrift). De verdachte erkent dat hij de verdachte een pedo heeft genoemd, maar hij heeft hier geen ruchtbaarheid aan willen geven, waardoor deze uitlating niet als smaad(schrift) kan worden beschouwd.
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2 subsidiair en 3 tenlastegelegde.
Oordeel van het hof
Het hof stelt op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep de volgende feiten en omstandigheden vast en oordeelt als volgt.
De aangever heeft verklaard dat hij op 5 oktober 2020 vanaf twee verschillende telefoonnummers
meermalen telefonisch en via berichten is benaderd door een persoon die in niet mis te verstane taal stelde dat de aangever hem nog een geldbedrag schuldig was. Op 6 oktober 2020 kwam de aangever erachter dat er een account was aangemaakt met zijn foto en zijn telefoonnummer onder de naam "Top [slachtoffer] " op de homodatingsite [site] , met als gevolg dat hij meermalen telefonisch werd benaderd door bezoekers of gebruikers van die website. De aangever heeft zelf contact opgenomen met het account “Top [slachtoffer] ”. Uit de reactie hierop volgt dat de persoon achter het account in de veronderstelling was dat hij nog een geldbedrag moest krijgen van de aangever. In de periode daarop volgend is de aangever meermaals anoniem gebeld waarbij er op 6 januari 2021 een gesprek tot stand is gekomen. De anonieme beller zei in dat gesprek
: "vuile viezerik ... jij gaat mij betalen hoe dan ook. Ik maak jou kapot... Jij moet mij betalen. Ik weet wie jij bent en ik zal zeggen dat jij een pedo bent, jij laat kleine kinderen naar je hotelkamer komen".Hierna heeft de aangever alle oproepen van anonieme bellers geblokkeerd.
De verdachte heeft erkend dat hij contact heeft gezocht met de aangever (met het telefoonnummer eindigend op [nummer] ). Uit onderzoek naar de historische telefoongegevens van de telefoon van de verdachte is gebleken dat de verdachte in de periode van 5 oktober 2020 tot en met 3 februari 2021 in totaal 67 keer het nummer van de aangever heeft gebeld. De verdachte heeft verklaard dat hij contact heeft gezocht met de aangever omdat de aangever hem nog geld (€ 50,-) verschuldigd zou zijn naar aanleiding van een betaalde sexdate die had plaatsgevonden in het [hotel] in Rotterdam. Hij heeft ook erkend dat hij de aangever een pedo heeft genoemd. Op de onder de verdachte in beslag genomen telefoon is de foto van de aangever aangetroffen die is gebruikt voor het account “Top [slachtoffer] ” op [site] .
Het hof gaat voorbij aan de ontkenning van de verdachte dat híj degene is geweest die het bewuste account heeft aangemaakt. De hiervoor weergegeven bevindingen wijzen al in de richting van de verdachte. Daar komt nog bij dat de berichtenwisseling tussen de aangever en de houder van het account overeenkomsten bevat met het taalgebruik van de verdachte. Ook staan in die berichten teksten die erop wijzen dat de verdachte deze heeft geschreven, omdat ook hierin de zaken worden aangehaald die de verdachte de aangever verwijt. Zo gaat het in de berichten over het [hotel] te Rotterdam, het verschuldigde geldbedrag en het ‘belarsen’ door de aangever (het hof begrijpt: belazeren).
Op grond van dit alles stelt het hof vast dat het de verdachte is geweest die achter het [site] account zat.
Belaging
Het hof is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de aangever naar objectieve maatstaven bezien zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. Voor een bewezenverklaring van belaging is niet vereist dat de aangever zich van alle belagingshandelingen direct bewust is geweest, mits hij nadien tenminste van een van die handelingen op de hoogte is geraakt. Dat is hier het geval. Het verweer van de raadsvrouw, inhoudende dat de aangever geen weet heeft gehad van alle belpogingen van de verdachte, wordt daarom verworpen. Evenmin is voor een veroordeling voor belaging vereist dat de aangever voorafgaand aan de tenlastegelegde gedragingen aan de verdachte te kennen heeft gegeven dat hij geen contact met hem wilde hebben. Ten overvloede wijst het hof er op dat de aangever het telefoonnummer van de verdachte en alle anonieme inkomende oproepen had geblokkeerd, zodat voor de verdachte meer dan duidelijk moet zijn geweest dat aangever geen contact met hem wenste.
Concluderend acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 ten laste gelegde belaging.
Poging tot afdreiging
Gelet op de bewijsmiddelen en het vorenstaande acht het hof eveneens wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt een de onder 2 primair ten laste gelegde poging tot afdreiging van de aangever, door tegen hem te zeggen dat de aangever hem nog moet betalen en door te dreigen dat hij zou gaan zeggen dat de aangever een pedo is die kleine kinderen naar zijn hotelkamer zou laten komen. Of de verdachte hier daadwerkelijk ruchtbaarheid aan heeft willen geven is in dit kader irrelevant, omdat het opzet van de verdachte naar het oordeel van het hof er op gericht was de aangever te dwingen tot afgifte van geld onder de dreiging van smaad. Het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte niet heeft gehandeld met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen gaat eveneens niet op. Ook als de verdachte redelijkerwijs kon menen recht te hebben op de betaling van een bedrag van de aangever, betekent dit nog niet dat dat de verdachte geen wederrechtelijke bevoordeling kan hebben beoogd. Dat oogmerk kan namelijk bestaan indien de verdachte moet hebben beseft dat hij door zijn handelwijze de grenzen van het maatschappelijk betamelijke verre overschreed, hetgeen naar het oordeel van het hof in onderhavige zaak het geval is.

Vrijspraak feit 3

Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, acht het hof, zoals hiervoor reeds overwogen, bewezen dat het de verdachte is geweest die het account “Top [slachtoffer] ” op [site] heeft aangemaakt. Het hof komt echter tot vrijspraak van het onder feit 3 ten laste gelegde. Voor tenlastelegging van een "bepaald feit" in de zin van artikel 261 Wetboek van Strafrecht (Sr) is vereist dat het feit zodanig door de verdachte wordt tenlastegelegd dat het een duidelijk te onderkennen concrete gedraging aanwijst. Bovendien wordt met feit gedoeld op een feit dat geschikt is om iemands integriteit aan te tasten, waarbij gedacht kan worden aan ernstige feiten zoals misdrijven of feiten die strijden met de positieve moraal.
De tenlastelegging van een bepaald feit in de onderhavige zaak bestaat eruit dat de verdachte de aangever heeft gepresenteerd als degene die op een homo-datingsite een advertentie heeft geplaatst met seksuele inhoud, te weten "Telsex nu wie laat mij spuiten”. Naar het oordeel van het hof betreft dit weliswaar een opmerking die als smakeloos kan worden gekwalificeerd, maar geen feit waarmee iemands integriteit aangetast wordt. Homoseksualiteit is al geruime tijd niet meer een verschijnsel dat op morele afkeuring kan rekenen. Ook een enkele seksueel getinte opmerking op een datingsite is op zichzelf niet strijdig met de positieve moraal. De door de verdachte gedane uitlating betreft daarom geen ernstig feit, zoals bedoeld in artikel 261 Sr.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 3 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 5 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021 te Amsterdam of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , met het oogmerk voornoemde [slachtoffer] te dwingen iets te doen, immers heeft verdachte in voornoemde periode vele malen gebeld en berichten gestuurd naar de telefoon van voornoemde [slachtoffer] en een account op naam van voornoemde [slachtoffer] aangemaakt op gaydatingsite [site] , waardoor voornoemde [slachtoffer] veelvuldig werd gebeld en meermalen tegen [slachtoffer] gezegd via telefoon en/of chat "als je niet betaalt weet ik jouw kantoortje wel te vinden" en "mijn geld krijg ik vandaag nog geloof mij" en "maanden lang laat jij mij wachten op mijn kankergeld. Ik weet genoeg van jouw [slachtoffer] ”.
2.
hij in de periode van 5 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021 te Amsterdam of Rotterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag dat aan voornoemde [slachtoffer] toebehoorde, tegen voornoemde [slachtoffer] telefonisch heeft gezegd "vuile viezerik ... jij gaat mij betalen hoe dan ook. Ik maak jou kapot... Jij moet mij betalen. Ik weet wie jij bent en ik zal zeggen dat jij een pedo bent, jij laat kleine kinderen naar je hotelkamer komen", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
belaging.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
poging tot afdreiging.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2 (primair) en 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van 2 jaren en daarnaast een taakstraf voor de duur van 30 uren subsidiair 15 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 subsidiair en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van 2 jaren en daarnaast een taakstraf voor de duur van 60 uren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft in de bewezenverklaarde periode zeer frequent zowel telefonisch als via berichten contact gezocht met het slachtoffer en hij heeft zich op een homodatingsite voorgedaan als het slachtoffer ten gevolge waarvan het slachtoffer meermaals werd benaderd door voor hem onbekende personen. Hiermee heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan belaging. Door aldus te handelen heeft de verdachte de grens van het toelaatbare ver overschreden en daarmee stelselmatig een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Daarbij heeft de verdachte geprobeerd het slachtoffer geld afhandig te maken door te dreigen met smaad.
De verdachte heeft met zijn handelen laten blijken geen enkel respect te hebben voor het slachtoffer en is daarbij volledig voorbijgegaan aan de gevoelens van angst en onveiligheid die hij door zijn handelen heeft veroorzaakt. Dat de verdachte naar eigen zeggen € 50,00 van de aangever te goed had, vormt geen enkele rechtvaardiging voor het agressieve en schadelijke handelen van de verdachte.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op de ernst van het bewezenverklaarde, de door de advocaat-generaal gevorderde straf in beginsel passend worden geacht. Het hof ziet echter in het tijdsverloop sinds de bewezenverklaarde feiten, de overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg, de vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde feit en de omstandigheid dat de verdachte blijkens zijn uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 31 juli 2024 sinds de bewezenverklaarde feiten niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen, aanleiding om af te zien van het opleggen van een taakstraf naast de gevangenisstraf die voor deze feiten gezien aard en ernst als passend wordt beschouwd.
Het hof acht, alles afwegende, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf is gelijk aan het voorarrest, zodat de verdachte niet opnieuw gedetineerd zal raken. Het voorwaardelijk gedeelte van de gevangenisstraf moet de verdachte ervan weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.

Beslag

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de onder de verdachte in beslag genomen iPhone wordt verbeurd verklaard.
Het onder 1 en 2 primair bewezenverklaarde is begaan met behulp van deze niet teruggegeven telefoon, die de verdachte toebehoort. Deze telefoon zal daarom verbeurd worden verklaard.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 45, 57, 285b en 318 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
27 (zevenentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 Telefoontoestel (PL1300-202021 1609-G6049807, Apple IPhone).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. P.F.E. Geerlings en mr. A.M.A. Keulen, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman en B. Akinrolabu, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 augustus 2024.
Mr. A.M.A. Keulen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.