Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
- te gooien met vuurwerk, stenen, blikjes (met inhoud), bekers en/of andere voorwerpen tegen, althans in de richting van, voornoemde agenten, voertuigen, honden en/of paarden en/of
- te schoppen/trappen tegen, althans in de richting van, die politieagenten.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
- te gooien met stenen en andere voorwerpen in de richting van voornoemde agenten, voertuigen en paarden en
- te schoppen in de richting van die politieagenten.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
uitgangspuntte zijn. Na beschouwing van de 22 aan het hof voorgelegde zaken komt het hof tot een bandbreedte van ongeveer 2 weken tot 3 maanden gevangenisstraf, al dan niet in combinatie met een taakstraf. Buiten deze bandbreedte vallen zaken waarin sprake is van (ernstig) letsel of zaken van verdachten met een strafblad waarop al soortgelijke misdrijven staan (zoals bij recidiverende ‘hooligans’). De aard en ernst van het concrete geval en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zijn factoren die vervolgens richting geven aan het vaststellen van de uiteindelijk op te leggen straf. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan de concrete bijdrage aan het openlijk geweld, de omvang van de ordeverstoring, de schade, het aantal geweldshandelingen door een verdachte, het gebruik van (voorwerpen als) wapens, het dragen van gezichtsbedekkende kleding, discriminatoire aspecten, etc. Onder omstandigheden kunnen die factoren er ook toe leiden dat een straf onder of boven de genoemde bandbreedte passend is.
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.