Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
eerste grief, waarbij [appellanten] hebben betoogd dat de strook grond in de voortuin optisch onderdeel vormde van hun perceel en ook door hun rechtsvoorgangers werd gebruikt, slaagt.
- ii) Foto’s die [geïntimeerde] heeft overgelegd (producties 7 en 8 bij de conclusie van antwoord), waaruit blijkt dat de oude poortdeur tussen de groene schuur en de garage van [geïntimeerde] smaller was dan de nieuwe poortdeur tussen de woning van [appellanten] en de garage van [geïntimeerde] . [geïntimeerde] onderkent dit maatverschil ook.
- iii) De door [appellanten] overgelegde schriftelijke verklaring van [Persoon] van 10 augustus 2021, waarin onder meer staat:
dat de erfafscheiding tussen beide percelen niet verder dan ca 50-75 cm van de bebouwing van nr 331 verwijderd ligt e.a. duidelijk aangegeven door bouwwerken en/of verhardingen (…).
tweede en derde griefvan [appellanten]
grief VIII(voor zover ziende op de kostenveroordeling jegens [geïntimeerde] ) slaagt. De bestreden vonnissen worden vernietigd, voor zover de vorderingen van [appellanten] tegen [geïntimeerde] zijn afgewezen en [appellanten] in de proceskosten van [geïntimeerde] zijn veroordeeld.