Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[verweerder] ,
[verweerster],
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] , met instemming van de wederpartij, zijn eis gewijzigd. [verzoeker] heeft gevorderd dat het hof voor recht zal verklaren dat aan [verweerders] geen beroep op de bedenktermijn uit artikel 16 van de koopovereenkomst toekomt en dat de koopovereenkomst derhalve niet tijdig door hen is ontbonden.
3.Beoordeling
3.3 Naar het oordeel van het hof is het thans bevelen van een voorlopig getuigenverhoor in strijd met de goede procesorde, terwijl daarbij - zoals ook [verzoeker] onderkent - gelet op de stand van zaken in de hoofdzaak geen voldoende zwaarwegend belang meer bestaat. Daartoe is het volgende redengevend.
In de hoofdzaak heeft [verzoeker] een bewijsaanbod gedaan en daarbij dezelfde getuigen aangedragen als in zijn verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] zijn verzoek toegelicht. Hij heeft, zo stelt hij, gevraagd aan de getuigen die werkzaam waren bij de gemeente [Stad] en de Omgevingsdienst Midden-Holland om hun verklaringen op papier te zetten. Daartoe waren zij niet bereid. Aan [verweerders] heeft [verzoeker] gevraagd om openheid van zaken te geven. Dat wilden zij niet, aldus [verzoeker] . Volgens [verzoeker] stond hem vervolgens alleen nog het middel van het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor ten dienste. Het is het hof echter niet duidelijk waarom hij hiermee zo lang heeft gewacht. De informatie die kennelijk aanleiding is geweest om de getuigen van de gemeente en de Omgevingsdienst te willen horen is al sinds december 2020 in het bezit van [verzoeker] . Desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2024 heeft [verzoeker] , naar het oordeel van het hof, niet kunnen verklaren waarom hij heeft gewacht tot 5 augustus 2024 met het indienen van een verzoek bij dit hof en dit niet al eerder heeft gedaan in de procedure, bij een van de andere gerechten. Daarnaast heeft [verzoeker] ook niet duidelijk kunnen maken wat de noodzaak van dit verzoek is op dit moment, naast het bewijsaanbod dat ook al in de hoofdzaak is gedaan.