ECLI:NL:GHAMS:2024:3418

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 november 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
23-001234-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis nietigheid dagvaarding in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 april 2022. De rechtbank had in dat vonnis de dagvaarding (deels) nietig verklaard. De verdachte, geboren in 1972, had hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling in hoger beroep op 24 oktober 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. De raadsman verzocht het hof om het vonnis te vernietigen en de zaken A en B gezamenlijk terug te wijzen naar de rechtbank. De advocaat-generaal vorderde eveneens vernietiging van het vonnis en terugwijzing van de zaak A naar de rechtbank.

Het hof heeft vastgesteld dat de officier van justitie een nieuwe concept tenlastelegging heeft opgesteld, die in het najaar van 2023 aan de verdediging is gestuurd. Ondanks deze nieuwe ontwikkelingen en de argumenten die in hoger beroep zijn aangevoerd, heeft het hof besloten de uitspraak van de rechtbank te bevestigen. Het hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden tot de conclusie was gekomen dat de tenlastelegging nietig was. Het hof bevestigt daarom het vonnis waarvan beroep en verklaart de zaak gesloten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001234-22
Datum uitspraak: 7 november 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 april 2022 in de strafzaak onder parketnummer
13-011588-21 (A)tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
24 oktober 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis, waarin de rechtbank de dagvaarding (deels) nietig heeft verklaard.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
De raadsman heeft het hof verzocht het vonnis te vernietigen, de in eerste aanleg besloten splitsing van de zaken A en B ongedaan te maken en de zaken A en B gezamenlijk terug te wijzen naar de rechtbank.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis zal worden vernietigd en de zaak (A) teruggewezen zal worden naar de rechtbank.

Oordeel hof

Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep is gebleken dat de officier van justitie een nieuwe (concept) tenlastelegging heeft opgesteld ten aanzien van de feiten waaromtrent de rechtbank in het vonnis waarvan beroep de nietigheid van de dagvaarding heeft uitgesproken. Dit concept is in het najaar van 2023 ook aan de verdediging gestuurd. De advocaat-generaal heeft toegelicht dat de officier van justitie voor het opnieuw aanbrengen van de zaak in afwachting is van de beslissing van het hof.
Deze omstandigheden, noch het overigens in hoger beroep aangevoerde, geven het hof aanleiding anders te beslissen dan de rechtbank heeft gedaan. Op basis van de door de rechtbank genoemde overwegingen is de rechtbank op goede gronden gekomen tot de uitspraak dat de tenlastelegging nietig is.
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep onder parketnummer
13-011588-21 (A)en zal dit daarom bevestigen.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. M. Lolkema en mr. I.A. Groenendijk, in tegenwoordigheid van
mr. A. Scheffens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
7 november 2024.
Mr. Lolkema, mr. Groenendijk en mr. Scheffens zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.