Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 8 mei 2022 te Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal (te weten 1.017 kilogram) bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 8 mei 2022 te Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal (te weten 1.017 kilogram) bevattende cocaïne, zijne cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vonnis waarvan beroep
Bevoegdheid van het hof
De verdediging betoogt dat aan artikel 2 of artikel 6 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) geen rechtsmacht kan worden ontleend. Voor artikel 2 Sv geldt dat de ten last gelegde feiten niet binnen het rechtsgebied van de rechtbank Amsterdam zijn begaan, de verdachte geen woon- of verblijfplaats binnen het rechtsgebied van de rechtbank Amsterdam heeft, de verdachte zich niet binnen het rechtsgebied van de rechtbank Amsterdam bevond en dat geen sprake is van een vervolging van andere feiten tegen de verdachte. Voor artikel 6 Sv geldt dat geen sprake was van deelneming dan wel van verschillende strafbare feiten die in zodanig verband tot elkaar staan dat de behandeling voor één rechtbank gewenst moet worden geacht.
“een grote dealer”.Aan de hand van een aan [getuige] getoonde foto en de verificatie van een ontmoeting van [getuige] in de parkeergarage aan het Bijlmerplein, is de identiteit van [medeverdachte ] vastgesteld als zijnde de door [getuige] aangeduide
‘grotere dealer’. Nader onderzoek naar [medeverdachte ], met name naar zijn bankgegevens, heeft het vermoeden doen ontstaan dat [medeverdachte ] personen aanzet om verdovende middelen naar Nederland te smokkelen via de smokkelroute Parijs-Frans Guyana (processen-verbaal van bevindingen 8 april 2022 en 5 mei 2022, dossierpagina 46-47 en 53-54). Uit gevorderde gegevens van Air France komt naar voren dat [medeverdachte ] op 30 april 2022 vanuit Parijs (Orly) naar Frans Guyana reist met een terugvlucht op 7 mei 2022. Met hetzelfde reisschema reisden vijf personen met een Nederlandse nationaliteit, waaronder de verdachte en [naam] (hierna: [naam]). Op basis van deze gegevens is op 6 mei 2022 door de rechter-commissaris in de strafzaak tegen [medeverdachte ] een machtiging afgegeven als bedoeld in artikel 126m lid 5 Sv tot het geven van een bevel tot het opnemen van telecommunicatie van de verdachte. Deze mondelinge machtiging is op 13 mei 2022 bij schriftelijke beslissing door de rechter-commissaris bevestigd. Uit de plaatsbepaling van de telefoons van de verdachte en [naam] volgt het vermoeden dat zowel de verdachte als [naam] op 8 mei 2022 na terugkeer uit Parijs in [adres 2] verbleven.
(Hoge Raad 19 november 1991 (ECLI:NL:HR: 1991:ZC8894)).
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
hij op 8 mei 2022 te Tilburg, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal (te weten 951 gram) cocaïne;
hij op 8 mei 2022 te Tilburg, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal (te weten 951 kilogram) cocaïne.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
3 (drie) maanden.