Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
grief I in principaal appelkomt [appellant] op tegen de juistheid van een aantal door de kantonrechter vastgestelde feiten. Voor zover van belang, zal het hof hierna rekening houden met deze grief. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten, komen de feiten neer op het volgende.
overeenkomst van geldlening´ondertekend, waarin staat dat [geïntimeerde] € 22.000,-- van de koopprijs van € 35.000,-- zal overmaken op de bankrekening van [appellant] en de resterende € 13.000,- van [appellant] renteloos leent. [geïntimeerde] zal de lening aflossen in maandelijkse bedragen van minimaal € 500,00, uiterlijk op 31 december 2019.
‘overeenkomst van geldlening’overgelegd, waarin naast hetgeen onder 3.3. is vermeld, in de artikelen 2 en 3 staat dat ook de verzekeringspremie en het liggeld van de boot voor rekening van [geïntimeerde] komen.
‘overeenkomst van verpanding’ondertekend, waarin staat dat ter meerdere zekerheid van de geldlening door [geïntimeerde] ten behoeve van [appellant] op de boot een (stil) pandrecht wordt gevestigd.
’(..) kan zien hoe goed ie is geen mis koop hoor dat zie je wel’. (..) ‘Nee [naam 2] hij ligt nog in [plaats C] ik haal hem volgende jaar op dan is ie betaalt’ (..) ‘Ja even een weekje op geweest net vakantie’.
Hoi [geïntimeerde] ga jij noch naar de boot? Het is jou boot hoor. Hij heeft onderhoud nodig. ’.[geïntimeerde] heeft hierop geantwoord dat hij de volgende maand wil kijken bij de boot.
Oké [appellant] ik zit nog met mij rug en ik in het rood bij de bank dus het zit er verloopeg niet in om heen te gaan’. [appellant] heeft vervolgens onder meer geantwoord: ‘
Ok ik ga er wel heen [geïntimeerde]’,
‘De verzekering gaat ons uitlachen. Er moet zo nu en dan controle zijn op een houten boot [geïntimeerde] ’, ‘Maar ik heb jou al gezegd dat een houten boot lekt altijd een beetje water En de zon droogde het hout uit’en ‘
[geïntimeerde] het is jou bootje hoor!! Jij weet dat de boot volgend jaar uit water moet?’.
‘Moge [appellant] even een vraagje ben je 20april ook berijd om de boot naar [plaats D] te vaaren want dan wou ik hem ophalen oke ik hoor het wel van je (.)’Omdat [appellant] met vakantie was is [geïntimeerde] op 20 april 2019 zonder [appellant] vanuit [plaats C] naar [plaats D] vertrokken. Tijdens de overtocht viel de motor van de boot uit en is de boot door een bergingsbedrijf naar [plaats E] gesleept. Op een schadeformulier van 20 april 2019 staat ‘
aard der averij motoruitval’.
‘Pechhulp niet gedekt Boot verkeert in dusdanig slechte algehele staat dat pech te verwachten is. (…) Verdere pechhulp wordt opgeschort. Vaartuig dient eerst in algehele deugdelijke staat te worden gebracht (..).In juli 2019 heeft [geïntimeerde] onderhoudsfilmpjes met [appellant] gedeeld. In [plaats F] zijn diverse reparatiewerkzaamheden uitgevoerd. [geïntimeerde] heeft de boot vervolgens naar [plaats G] gevaren. Bij de overtocht werd [geïntimeerde] geconfronteerd met een kapotte waterpomp (zie ook 3.15).
Anders geef mij maar het geld truig en ma jij de boot weer hebben als eerlijke bent’en ‘
Dus zeg het aar moet hem truig hebben geef mij maar mij geld weer (…) dus geef mij nu geld maar truig en neem jij maar boot dan weer oke’
‘Plus ik wil de papieren van de boot hebben want anders kan ik de boot niet verkopen’waarop [appellant] heeft geantwoord:
‘Jij hebt niets te willen. Eerst de boot betalen [geïntimeerde] ’. Even later heeft [appellant] geschreven:
‘Zeg maar waar ie ligt. Kom ik hem ophalen. En ik. (de eigenaar heb geen opdracht gegeven)’.Op 4 juni 2021 heeft [appellant] geschreven:
‘ [geïntimeerde] betaal mij maar 5000€ dan is de boot helemaal van jou’.
4.De eerste aanleg
5.De beoordeling
tweede grief in incidenteel appeldit oordeel voor zover dat de afwezigheid van het eigendomsvoorbehoud betreft. Hij stelt dat partijen een eigendomsvoorbehoud zijn overeengekomen en dat [appellant] eigenaar van de boot is gebleven.
Het is jou boot hoor’en 3.10
‘ [geïntimeerde] het is jou bootje hoor!!’).
tweede grief in principaal appelricht [appellant] zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat de eigendom van de boot van [appellant] op [geïntimeerde] is overgegaan in april 2019. Deze grief slaagt. Ter toelichting dient het volgende. Omdat sprake is van een koop op afbetaling zonder eigendomsvoorbehoud van een niet te boek gesteld schip, is de eigendom van de boot overgegaan van [appellant] op [geïntimeerde] op het moment van de feitelijke levering van de boot. Levering van een roerende zaak geschiedt door aan de verkrijger het bezit van de zaak te verschaffen (artikel 3:90 BW). [appellant] heeft [geïntimeerde] het bezit van de boot verschaft door hem de feitelijke macht over de boot te verschaffen. Dit is geschied door hem te informeren wat de toegangscode van de poort van de haven was en waar de sleutel van de boot lag. [appellant] heeft gesteld dat hij [geïntimeerde] halverwege februari 2018 deze informatie heeft gegeven.
grieven III tot en met VIin principaal appel bestrijdt [appellant] samengevat het oordeel van de kantonrechter dat de boot niet aan de overeenkomst beantwoordde, zodat [geïntimeerde] de overeenkomst mocht ontbinden met alle gevolgen van dien. Deze grieven slagen eveneens. Het hof licht dit oordeel als volgt toe.
in goede staat, niet perfect’. Vaststaat dat [geïntimeerde] bij de bezichtiging en de inspectie van de boot eind 2017 geen bijzondere visuele gebreken heeft waargenomen en dat de motor van de boot bij de bezichtiging liep. [geïntimeerde] heeft toen met [appellant] gedeeld dat hij op de boot wilde gaan wonen en dat hij op enig moment de boot vanuit [plaats C] naar [plaats D] wilde varen.
kan zien hoe goed ie is geen mis koop hoor dat zie je wel’. (..) ‘Ja even een weekje op geweest net vakantie’.[geïntimeerde] heeft desgevraagd ter zitting in hoger beroep verklaard dat het conflict over de staat van de boot is ontstaan nadat [appellant] [geïntimeerde] rond april/mei 2019 had verzocht om de resterende aflossingen naar een Belgisch bankrekeningnummer over te maken in plaats van naar de Nederlandse rekening van [appellant] bij ABNAMRO bank. [geïntimeerde] wilde dat liever niet omdat hij ‘
dat raar vond’. Omdat betaling uitbleef en [appellant] daarop aanspraak maakte, is [geïntimeerde] over de staat van de boot begonnen.
grieven VII en VIIIin principaal appel.
eerste griefin incidenteel appel faalt. [geïntimeerde] heeft derhalve ook ten onrechte gesteld dat de onkosten die hij heeft gemaakt met betrekking tot de boot op basis van zaakwaarneming of schadevergoeding voor rekening van [appellant] dienen te komen.
Grief IX in principaal appelslaagt derhalve. [geïntimeerde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in beide instanties.