ECLI:NL:GHAMS:2024:3376

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
10 december 2024
Zaaknummer
23-003184-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1997, was aangeklaagd voor het achterlaten van straatafval, waaronder ballonnen en lege verpakkingen, op 17 november 2019 in het Sportpark Kadoelen te Amsterdam. De advocaat-generaal had een geldboete van € 170,00 geëist, maar de verdachte heeft vrijspraak bepleit. Tijdens de zitting in hoger beroep op 13 november 2024 heeft de verdachte verklaard dat hij slechts kort ter plaatse was om geld terug te geven aan een vriend en dat het afval niet van hem was. Het hof heeft vastgesteld dat het dossier onvoldoende bewijs bevatte om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de verdachte en de omstandigheden rondom de situatie, zoals de brandende lampen van de auto, ondersteunen zijn verhaal. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003184-22
datum uitspraak: 27 november 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 maart 2022 in de strafzaak onder parketnummer 96-234770-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
13 november 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 17 november 2019 te het Sportpark Kadoelen te Amsterdam op of aan locatie straatafval, te weten ballonnen en lege verpakkingen, in de openbare ruimte heeft achtergelaten, zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken en/of manden en/of soortgelijke voorwerpen, immers is hij, verdachte, toen aldaar door verbalisanten aangetroffen in een voertuig waaromheen ballonnen en lege verpakkingen lagen, welke verdachte heeft achtergelaten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 170,00. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij het door de verdachte geschetste alternatieve scenario onaannemelijk vindt gelet op het tijdstip en gelet op de omstandigheid dat zowel [naam] als de verdachte werden aangetroffen in de auto en tegen de verbalisanten hebben verklaard dat ze nog niet hadden geslapen en het afval zouden opruimen.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij enkel kort ter plaatse was om geld dat hij van [naam] had geleend aan hem terug te geven. Zijn vriendin woonde vlakbij en vandaar dat hij daar zo vroeg in de ochtend was. Deze lezing wordt ondersteund door de omstandigheid dat de verbalisanten hebben gerelateerd dat ze naast de Nissan een Opel zagen staan, waarvan de lampen nog brandden. Dat was de auto van de verdachte en een betrof - anders dan gerelateerd - een Volkswagen. Dat blijkt ook uit de RDW-kentekencheck. De omstandigheid dat de lampen nog brandden, duidt erop dat de verdachte kort ter plaatse was. De verdachte verklaart dat het afval niet van hem was.
Het hof overweegt als volgt. Het dossier bevat enkel een summier proces-verbaal. De verbalisanten troffen [naam] achter het stuur van een Nissan aan en de verdachte op de bijrijdersstoel. Rondom de Nissan lagen zwarte ballonnen en lege verpakkingen. In het proces-verbaal is niet uitgesplitst wat [naam] en wat de verdachte hebben verklaard. Daarnaast zagen de verbalisanten naast de Nissan een auto staan met brandende lampen. Dit strookt met hetgeen de verdachte heeft verklaard. Op basis van het dossier kan de verklaring van de verdachte dat hij slechts kort aanwezig was om een lening te betalen niet worden weerlegd, zodat naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd. Hij wordt daarom hiervan vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.A. Groenendijk, mr. P. Greve en mr. B.E. Dijkers, in tegenwoordigheid van
mr. R. Vosman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
27 november 2024.
mr. I.A. Groenendijk en mr. B.E. Dijkers buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.