ECLI:NL:GHAMS:2024:3285
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorzieningen in hoger beroep inzake gezag over minderjarige
In deze zaak heeft de moeder het Gerechtshof Amsterdam verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen voor de duur van de procedure in hoger beroep. Dit verzoek is ingediend in het kader van een hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam, waarin de moeder verzocht om hersteld te worden in het gezag over haar minderjarige dochter. Tijdens de zitting heeft de moeder haar verzoek om voorlopige voorzieningen ingetrokken, maar heeft zij het verzoek om een proceskostenveroordeling gehandhaafd. Het hof heeft vastgesteld dat de GI, de gecertificeerde instelling die als voogd optreedt, niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat de proceskosten niet nodeloos zijn veroorzaakt. De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om voorlopige voorzieningen en het verzoek om veroordeling van de GI in de werkelijke proceskosten is afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters, en is op 26 november 2024 openbaar uitgesproken.