Uitspraak
1.hij in of omstreeks 21 april 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door (met kracht) (meermalen) in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans het lichaam, van voornoemde [slachtoffer] te slaan en/of te stompen;
2.hij in of omstreeks 14 december 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door de keel/nek/hals van voornoemde [slachtoffer] vast te pakken en/of in de keel/hals/nek van voornoemde [slachtoffer] te knijpen;
3.hij op of omstreeks 20 november 2021 te Landsmeer, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door
1.hij op 21 april 2019 in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door in het gezicht van [slachtoffer] te slaan;
2.hij op 14 december 2021 te Amsterdam, [slachtoffer] heeft mishandeld door in de keel van [slachtoffer] te knijpen;
3.hij op 20 november 2021 te Landsmeer, [slachtoffer] heeft mishandeld door
telkensop:
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
26 november 2024.