Uitspraak
26 november 2024:
In de zaak [verdachte 1] :
[verdachte 2], voormalig medeverdachte
[getuige 1]en van
[getuige 2]en
[getuige 3];
[Sky-account 1](volgens het dossier [getuige 2] ),
[Sky-account 2],
[Sky-account 3]en
[Sky-account 4]onder de voorwaardedat de betreffende gebruiker is geïdentificeerd
ende in het onderzoek 26ARGUS door de rechter-commissaris op 7 november 2022 verleende machtiging ex art. 149b Sv niet in de weg staat aan voeging van het betreffende identificatie proces-verbaal bij de procestukken. Het Openbaar Ministerie dient per gebruiker
binnen 6 wekenaan de raadsheer-commissaris ófwel het identificatie proces-verbaal te verstrekken ófwel de raadsheer-commissaris te informeren dat dit niet mogelijk is;
[getuige 4]onder de voorwaardedat de identiteit en de verblijfplaats van deze getuige kunnen worden achterhaald. Hieromtrent dient het Openbaar Ministerie
binnen 6 wekeneen proces-verbaal aan de raadsheer-commissaris te verstrekken;
In de zaak [verdachte 2] :
[verdachte 1]en van voormalig medeverdachte
[getuige 1].
[getuige 5],
[getuige 6],
[getuige 7],
[getuige 8],
[getuige 9]en
[getuige 10], nu gelet op de gegeven onderbouwing het horen van deze getuigen in het belang van de verdediging moet worden geacht;
[getuige 11]en
[getuige 12], nu aan de daaraan door de verdediging verbonden voorwaarde, namelijk dat [getuige 5] de vragen die de verdediging tijdens het nog te houden getuigenverhoor aan hem wenst te stellen niet kan beantwoorden, thans niet is voldaan;
[getuige 13]. Gelet op de aan dit verzoek ten grondslag gelegde onderbouwing valt niet in te zien op welke wijze het verhoor van deze getuige zou kunnen bijdragen aan de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv. Door deze afwijzing is de verdachte niet in zijn verdediging geschaad;
overige verzoekenoverweegt het hof als volgt.
Inleidende overwegingen
nietaan het dossier toevoegt nu de raadsman de relevantie van deze stukken niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd. Vanzelfsprekend staat het de raadsman vrij om te zijner tijd bij pleidooi te voegen hetgeen hij relevant acht voor de verdediging.
onder de voorwaardedat het hof op dit moment geen standpunt kan innemen of het de verdediging of het Openbaar Ministerie volgt ten aanzien van de uitleg van artikel 31 van de Richtlijn 2014/41.
in beginselop grond van de in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) gegarandeerde waarborgen, met het beginsel van equality of arms als centraal thema, het recht heeft toegang te verkrijgen tot al het materiaal dat zowel ten nadele als ten gunste van de verdachte kan worden gebruikt. Daarbij gaat het niet alleen om dit
material evidence(vgl. EHRM 16 december 1992, nr. 13071/87 (
Edwards/Verenigd Koninkrijk), maar ook om
other evidence that might relate to the admissibility, reliability and completeness of the evidence(vgl. EHRM 4 april 2017, nr. 2742/12 (
Matanovic/Kroatie)). Het hof onderkent in dat licht dat de verdediging deze mogelijkheid moet hebben, teneinde verweren te kunnen formuleren in het kader van de lopende strafzaak, ook waar het gaat om toegepaste methoden van opsporing en de resultaten van dat onderzoek. Op de rechter rust de verplichting erop toe te zien dat aan deze vereisten gedurende de berechting is voldaan. Aan deze vereisten is in het algemeen voldaan als de verdachte, al dan niet naar aanleiding van door of namens hem gedane verzoeken, beschikt over de informatie die redelijkerwijs relevant kan worden geacht voor het kunnen formuleren van verweren in het kader van de strafzaak, zoals hiervoor bedoeld.
fishing expeditionsvormt onder omstandigheden een nadere beperking op dit recht op toegang (vgl. EHRM 4 september 2019, nr. 39757/15 (
Sigurður Einarsson e.a../IJsland). Bij de beoordeling van verzoeken komt daarmee, naast de relevantie voor de strafzaak, ook betekenis toe aan de aannemelijkheid, juistheid en volledigheid van de door de verdediging aan de verzoeken ten grondslag gelegde (feitelijke) motivering.
'to have adequate facilities for the preparation of his defence'. Anders gezegd, of reeds aan de verdediging voldoende feitelijk substraat wordt geboden voor ten overstaan van het hof te voeren verweren ten aanzien van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, dan wel rechtmatigheids- en betrouwbaarheidsverweren, waarvan vorm, inhoud en strekking in grote lijnen kenbaar zijn gemaakt. Het hof heeft bij de beoordeling van de verzoeken vanzelfsprekend betrokken hetgeen ter onderbouwing daarvan is aangevoerd, alsmede wat daaromtrent door de advocaat-generaal naar voren is gebracht.
i.)in het licht van voornoemde uitgangspunten nader onderzoek noodzakelijk is naar de vraag of de wijze van
verkrijgingvan de SkyECC-data onder verantwoordelijkheid van de Franse autoriteiten zou kunnen hebben geleid tot onbetrouwbaarheid van die data (in voornoemde zin) en of
ii.) nader onderzoek noodzakelijk is naar de vraag of de wijze van
verwerkingvan de SkyECC-data in en door Nederland (waaronder begrepen de daaraan voorafgegane overdracht van de data van Frankrijk naar Nederland) zou kunnen hebben geleid tot de onbetrouwbaarheid daarvan (in voornoemde zin).
onder de voorwaardedat het hof op dit moment geen standpunt kan innemen of het de verdediging of het Openbaar Ministerie volgt ten aanzien van de uitleg van artikel 31 van de Richtlijn 2014/41.
Slotbeslissingen
In de zaak [verdachte 1] :
[Sky-account 1],
[Sky-account 2],
[Sky-account 3]en
[Sky-account 4], wat betreft de laatste vijf getuigen onder de voorwaarden zoals door het hof gesteld.
In de zaak [verdachte 2] :
- [verdachte 2](in de zaak [verdachte 1] )
- [verdachte 1](in de zaak [verdachte 2] )
- [getuige 1](in beide zaken).