ECLI:NL:GHAMS:2024:3203
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geldigheid beroep op financieringsvoorbehoud en matiging van boete bij koop woonhuis
In deze zaak hebben appellanten een koopovereenkomst gesloten met geïntimeerde voor de aankoop van een woonhuis. Appellanten hebben een beroep gedaan op de ontbindende voorwaarde van financiering, maar het hof oordeelt dat dit beroep niet geldig is. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat appellanten zich niet voldoende hebben ingespannen om de benodigde financiering te verkrijgen. De koopovereenkomst bevatte een ontbindende voorwaarde die vereiste dat appellanten tijdig een afwijzing van een erkende geldverstrekker moesten overleggen. Het hof concludeert dat de afwijzing door ASR, die appellanten hebben ingediend, niet voldeed aan de eisen van de overeenkomst. De aanvraag bij ASR was summier en er was onduidelijkheid over de verstrekte informatie. Bovendien is de aanvraag pas kort voor de afwijzing ingediend, wat vragen oproept over de zorgvuldigheid van de aanvraag. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank dat appellanten niet hebben voldaan aan hun inspanningsverplichting en dat de ontbinding van de koopovereenkomst rechtsgeldig was. Daarnaast wordt het beroep van appellanten op matiging van de contractuele boete afgewezen. Het hof oordeelt dat de boete niet buitensporig is en dat er geen onbillijke discrepantie bestaat tussen de werkelijk geleden schade van geïntimeerde en de contractuele boete. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt appellanten in de proceskosten.