I. te verklaren voor recht dat op VUmc niet de plicht rust, uit hoofde van de ‘Regeling Kennis & IE’ of anderszins, om aan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 3] een gedeelte te betalen (gelijk aan een derde deel of enige ander gedeelte) van wat VUmc zelf ontvangt of nog zal ontvangen onder de door partijen overeenkomsten PSA, en dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 3] niet een recht hebben op dergelijke betalingen door VUmc;
II. gedaagden hoofdelijk te bevelen (des dat als een van hen heeft betaald de anderen zijn gekweten) tot betaling aan VUmc binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis van een bedrag van EUR 431.117, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 27 augustus 2019, althans vanaf de datum der dagvaarding;
III. gedaagden hoofdelijk te bevelen om, bij de afrekening onder de door partijen overeengekomen PSA, met betrekking tot de door hen ontvangen aandelen GRAIL uit te gaan van de aantallen aandelen die gedaagden zouden hebben ontvangen indien de verdeling pro rata had plaatsgevonden, dus van 3.165.000 aandelen GRAIL ontvangen voor [geïntimeerde 1] Beheer B.V. en 2.833.000 aandelen GRAIL ontvangen door [geïntimeerde 4] AB; althans, subsidiair, voor recht te verklaren dat bij de bedoelde afrekening ten aanzien van de aandelen GRAIL moet worden uitgegaan van die aantallen;
IV. te verklaren voor recht dat onder de door partijen overeengekomen PSA met betrekking tot de aandelen GRAIL moet worden afgerekend conform artikel 2.1 PSA: (a) telkens wanneer een of meer gedaagden bedragen ontvangen als opbrengst van die aandelen, uit dividend, verkoop of anderszins, en (b) telkens met toepassing van art. 2.1 op het tot op dat moment totaal door gedaagden ontvangen (cumulatieve) bedrag; met overeenkomstige toepassing van het voorafgaande indien gedaagden opbrengsten ontvangen in de vorm van weer andere aandelen, Contingent Value Rights of andere instrumenten met een uitgestelde geldelijke opbrengst;
althans, subsidiair, (i) gedaagden te bevelen binnen een termijn van twee weken, althans een door uw hof in goede justitie te bepalen termijn, opgave te doen van alle geldbedragen die zij hebben ontvangen als gevolg van de verkoop van de aandelen GRAIL en partijen in staat te stellen zich over de verschafte informatie bij akte uit te laten, en; (ii) voor zover VUmc op basis van de verstrekte informatie te kennen geeft haar onder dit nummer ingestelde subsidiaire vordering te handhaven, te verklaren voor recht dat onder de door partijen overeengekomen PSA met betrekking tot de aandelen GRAIL moet worden afgerekend conform artikel 2.1 van de PSA, en wel met inachtneming van de bedragen die door de koper voor die aandelen GRAIL in cash zijn betaald (en zonder inachtneming van betaling in de vorm van aandelen of andere rechten), zulks met toepassing van art. 2.1 op het tot op dat moment totaal door gedaagden ontvangen (cumulatieve) bedrag;
althans, meer subsidiair, te verklaren voor recht dat de afrekening wat betreft de aandelen GRAIL dient te geschieden op een andere door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze;
V. gedaagden hoofdelijk te bevelen (des dat als een van hen heeft betaald de anderen zijn gekweten) tot betaling aan VUmc van wat is verschuldigd onder artikel 2.1 van de PSA, en wel, voor zover ten tijde van de uitspraak reeds bedragen zijn ontvangen als bedoeld onder IV: binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis, en voor het overige, telkens binnen dertig dagen na ontvangst van een bedrag als bedoeld onder IV;
VI. gedaagden hoofdelijk te bevelen om met betrekking tot (i) hun aandelen GRAIL, (ii) gelden die zij ontvangen uit verkoop van de aandelen GRAIL, (en (iii) en eventuele andere aandelen, Contingent Value Rights of andere instrumenten met uitgestelde geldelijke opbrengst die zij ontvangen als opbrengst uit die aandelen GRAIL) geen handelingen te verrichten of na te laten waardoor de belangen van VUmc worden geschaad; althans, subsidiair, gedaagden hoofdelijk te bevelen om de belangen van VUmc met betrekking tot die aandelen, gelden, en Contingent Value Rights of andere instrumenten met uitgestelde geldelijke opbrengst in acht te nemen op een andere door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze, zulks (primair en subsidiair) op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van EUR 5 miljoen;
VII. gedaagden hoofdelijk te bevelen om VUmc binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis schriftelijk te informeren over alle opbrengsten door hen tot op dat moment verkregen uit de transactie van medio 2021 waarbij Illumina alle aandelen GRAIL heeft verworven, of uit enig andere transactie waarbij zij hun aandelen GRAIL hebben overgedragen, in de vorm van geld, aandelen, Contingent Value Rights of anderszins, met gelijktijdige verstrekking van kopieën van de relevante bankafschriften en van relevante daarop betrekking hebbende correspondentie waaruit een en ander afdoende blijkt, en voorts met betrekking tot (i) hun aandelen GRAIL en (ii) eventuele andere aandelen, Contingent Value Rights of andere instrumenten met uitgestelde geldelijke opbrengst die zij ontvangen als opbrengst uit die aandelen GRAIL VUmc binnen zeven dagen na de betreffende gebeurtenis schriftelijk te informeren over:
a. correspondentie ontvangen van of verstuurd aan derden die betrekking heeft op het realiseren van de waarde van de bedoelde aandelen, Contingent Value Rights of andere instrumenten met uitgestelde geldelijke opbrengst (door het sturen van een kopie van die correspondentie); en
b. beslissingen en handelingen die betrekking hebben op het realiseren van de waarde van de bedoelde aandelen, Contingent Value Rights of andere instrumenten met uitgestelde geldelijke opbrengst (door VUmc daarvan volledig en begrijpelijk mededeling te doen); en
c. ontvangen bedragen als opbrengst uit de betreffende aandelen, Contingent Value Rights of andere instrumenten met uitgestelde geldelijke opbrengst (door het sturen van een mededeling met kopie van bankafschriften waaruit betalingen blijken);
een en ander op straffe van een dwangsom van EUR 25.000 per overtreding van de genoemde bevelen, althans subsidiair, gedaagden te bevelen om VUmc te informeren over hun beheer van de aandelen GRAIL en de daaruit reeds ontvangen of te ontvangen inkomsten op een andere door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze;
VIII. gedaagden hoofdelijk te bevelen (des dat als een van hen heeft betaald de anderen zijn gekweten) tot betaling aan VUmc van de kosten van dit geding, alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.