ECLI:NL:GHAMS:2024:3146
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor winkeldiefstal na twijfel over oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van winkeldiefstal, gepleegd op 25 november 2023, waarbij zij meerdere goederen had weggenomen uit een winkel in Amsterdam. De advocaat-generaal had gevorderd tot bewezenverklaring van de diefstal en een onvoorwaardelijke taakstraf van 24 uren. De verdediging voerde echter aan dat de verdachte geen oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had, maar dat zij was geschrokken van een alarm dat afging, wat haar deed denken aan een stalker. Het hof heeft de zaak onderzocht tijdens de terechtzitting in hoger beroep op 31 oktober 2024. Na het horen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging, kwam het hof tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Het hof oordeelde dat de verklaring van de verdachte mogelijk juist was, mede gezien de beknoptheid van het dossier en de onduidelijkheid van de camerabeelden. De verdachte had eerder aangifte gedaan van stalking en maakte een kwetsbare indruk. Om deze redenen heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde winkeldiefstal.