ECLI:NL:GHAMS:2024:3143

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
23-000681-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep na intrekking door verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 20 maart 2024. De verdachte, geboren in 1988, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar heeft op 29 oktober 2024 een akte ingediend waarin hij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit betekent dat hij zijn eerder geformuleerde bezwaren tegen het vonnis intrekt.

Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, nu de verdachte het hoger beroep niet wenst voort te zetten, er geen rechtens te respecteren belang meer is dat een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden.

De uitspraak is gedaan in het openbaar en de griffier, mr. S.S.I. Jackson, was aanwezig bij de uitspraak. Mr. M.C. van der Mei was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures. De beslissing van het hof is daarmee definitief, en de zaak is afgesloten zonder verdere inhoudelijke behandeling.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000681-24
datum uitspraak: 31 oktober 2024
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 maart 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-105223-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 oktober 2024.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Uit de ‘akte intrekken hoger beroep’ van 29 oktober 2024 blijkt dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal hij, nu ook daarnaast niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.P. den Otter, mr. C.J. van der Wilt en mr. M.C. van der Mei, in tegenwoordigheid van mr. S.S.I. Jackson, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 oktober 2024.
Mr. M.C. van der Mei is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.