ECLI:NL:GHAMS:2024:3106
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- M.T. Hoogland
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kinderalimentatie en omgangsregeling tussen ouders na beëindiging relatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie en de omgangsregeling tussen de man en de vrouw, die een relatie hebben gehad en drie kinderen samen hebben. De man heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 31 januari 2024, waarin werd bepaald dat hij een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen moet betalen van € 204,- per kind per maand, met ingang van 16 februari 2023. De man verzoekt om opschorting van deze verplichting en om de bijdrage te verlagen naar € 78,- per kind per maand, met ingang van 31 januari 2024. De vrouw verzet zich tegen deze verzoeken en vraagt om bekrachtiging van de eerdere beschikking.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de man en de vrouw hebben in september 2019 hun relatie beëindigd. Uit deze relatie zijn drie kinderen geboren. De vrouw heeft het gezag over de kinderen en zij verblijven bij haar. Er is een procedure geweest over de omgang tussen de man en de kinderen, maar de man heeft zijn verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling ingetrokken. Het hof overweegt dat de man zijn onderhoudsverplichting jegens de kinderen niet kan opschorten op basis van het al dan niet meewerken aan een omgangsregeling, en dat hij een wettelijke verplichting heeft om kinderalimentatie te betalen.
Het hof heeft de draagkracht van de man en de vrouw beoordeeld en vastgesteld dat de man over de periode van 16 februari 2023 tot 17 september 2024 een bijdrage van € 174,- per kind per maand moet betalen, en vanaf 17 september 2024 een bijdrage van € 205,- per kind per maand. De bestreden beschikking is vernietigd en de nieuwe bedragen zijn vastgesteld. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.