ECLI:NL:GHAMS:2024:3055
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over ondertoezichtstelling van minderjarige in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige 1], die op 2 mei 2024 door de kinderrechter in Amsterdam onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio [plaats B] voor de duur van een jaar. De moeder van [minderjarige 1] is het niet eens met deze beslissing en heeft op 22 juli 2024 hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 4 oktober 2024 heeft de raad voor de Kinderbescherming verweer gevoerd tegen het verzoek van de moeder om de ondertoezichtstelling te vernietigen. De moeder stelt dat de situatie van [minderjarige 1] is verbeterd en dat de ondertoezichtstelling onterecht is. De raad heeft echter zorgen geuit over de veiligheid van de kinderen en de moeder, vooral in verband met de ex-partner van de moeder, die een contactverbod heeft. Het hof heeft de situatie van de moeder en de kinderen beoordeeld en geconcludeerd dat er destijds sprake was van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige 1]. De moeder heeft echter recentelijk stappen ondernomen om de veiligheid te waarborgen, zoals het vermijden van contact met de ex-partner en het inschakelen van hulpverlening. Het hof heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk is en heeft het verzoek van de raad tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen. De eerdere beschikking van de kinderrechter is gedeeltelijk bekrachtigd, maar de ondertoezichtstelling is met ingang van heden opgeheven.