ECLI:NL:GHAMS:2024:3001
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ongegrond verklaard verzet inzake klacht tegen notaris
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van klager tegen een beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer, waarbij zijn verzet tegen een eerdere beslissing ongegrond is verklaard. Klager had op 13 juli 2023 een klacht ingediend tegen de notaris, welke door de kamer op 21 december 2023 niet-ontvankelijk werd verklaard. Klager heeft hiertegen verzet aangetekend, maar dit verzet werd op 20 maart 2024 door de kamer ongegrond verklaard. Klager heeft vervolgens op 19 april 2024 een beroepschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, waarin hij zijn onvrede over de beslissing van de kamer uiteenzet. Het hof heeft de zaak behandeld op 12 september 2024, waarbij klager en zijn echtgenote aanwezig waren, maar de notaris en zijn gemachtigde niet.
Het hof heeft vastgesteld dat op grond van artikel 99 lid 19 van de Wet op het notarisambt er geen hoger beroep openstaat tegen de beslissing van de kamer waarbij het verzet ongegrond is verklaard. Klager heeft in zijn beroepschrift geen argumenten aangedragen die zouden kunnen leiden tot een doorbreking van het appelverbod. Het hof concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden, waardoor klager niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep.
De beslissing van het hof is op 5 november 2024 openbaar uitgesproken, waarbij de rechters de niet-ontvankelijkheid van klager in zijn hoger beroep bevestigen.