ECLI:NL:GHAMS:2024:2957
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 januari 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1973 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft het vonnis bevestigd, met uitzondering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. De vordering tot tenuitvoerlegging was ingediend door het Openbaar Ministerie, die de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken had gevorderd. De politierechter had deze vordering eerder gelast, maar het hof oordeelde dat toewijzing van de vordering niet opportuun was, aangezien de verdachte momenteel de ISD-maatregel ondergaat. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen en het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier aanwezig. Mr. W.S. Ludwig was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.