5.5.Het verweer van [appellant] dat de door hem veroorzaakte overlast van onvoldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst met de ontruiming van het gehuurde te rechtvaardigen, slaagt. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen:
- uit de inleidende dagvaarding volgt dat Eigen Haard zich sinds juli 2021 genoodzaakt heeft gezien om stappen tegen [appellant] te ondernemen, nadat zij via de politie had vernomen dat deze veel meldingen over geluidsoverlast ontving en nadat zij zelf ook meldingen had ontvangen. Dat er vanaf juli 2021 een constante stroom van meldingen over overlast is, blijkt echter niet uit het dossier. Uit het door Eigen Haard zelf aangelegde leefbaarheidsdossier (feit 3.12.) volgen maar twee meldingen in 2021, namelijk op 12 juli 2021 en 10 augustus 2021. Uit het mutatieoverzicht van de politie (feit 3.11.) blijkt dat in 2021 alleen op (eveneens) 12 juli 2021 en 16 oktober 2021 meldingen zijn gedaan van overlast in of rondom het gehuurde;
- uit het verslag van het buurtonderzoek (feit 3.4.) blijkt dat er ook overlastklachten zijn over genoemde andere bewoner in het complex, [A] . Omwonenden klagen zowel over [appellant] als over [A] , waarbij niet altijd duidelijk is op wie de klacht betrekking heeft. Volgens de inleidende dagvaarding geven [appellant] en [A] tegenover Eigen Haard elkaar de schuld van de door omwonenden ervaren overlast;
- daarna komen er een tijdlang, in de periode vanaf 16 oktober 2021 tot eind juni 2022, geen meldingen over overlast binnen, althans daarvan blijkt niet uit het dossier;
- pas per eind juni 2022 wordt er weer over [appellant] geklaagd, zo blijkt uit het leefbaarheidsdossier (feit 3.12.). Een omwonende meldt bij Eigen Haard dat de overlast opnieuw opleeft, nadat het eerder volgens deze melding ‘echt verbeterd’ was. Het dossier bevat een beperkt aantal klachten uit juli 2022. Het overzicht van de politie vermeldt echter geen specifieke klachten van omwonenden over overlast in of rondom het gehuurde in juni/juli 2022;
- de brief van de gemeente Aalsmeer (feit 3.14.) is weinig concreet met betrekking tot de bij die instantie binnengekomen klachten;
- bij de memorie van grieven heeft [appellant] een vijftal verklaringen van de direct omwonenden gevoegd, volgens hem verzameld in februari 2023, waarin die ieder voor zich verklaren dat zij al enige maanden geen overlast hebben ervaren. Eigen Haard heeft dit niet betwist;
- bij de memorie van antwoord heeft Eigen Haard zich beroepen op nieuwe overlastmeldingen uit april 2024. Deze bestaan uit twee concrete meldingen van overlast: dat [appellant] in dronken toestand tegen de schutting van een buurman heeft geplast (productie 1) en dat de onderbuurman van [appellant] veel overlast ondervindt omdat [appellant] weer veel bezoek ontvangt (productie 4). Voor het overige zijn de meldingen afkomstig van de hiervoor al genoemde [A] , die met [appellant] in onmin lijkt te leven zodat diens verklaringen met behoedzaamheid beoordeeld moeten worden (productie 2, 5 en deels 6), of zijn de meldingen weinig specifiek en hebben zij betrekking op gedragingen van [appellant] buiten het gehuurde (productie 3 en deels 6);
- de bij de laatste akte van Eigen Haard overgelegde meldingen van overlast zien in de kern op gedragingen van [appellant] buiten het gehuurde (veelal op de openbare weg) en hebben geen betrekking op gedragingen in of rondom de woning. In het daarbij gevoegde proces-verbaal van bevindingen van de politie van 18 juni 2024 (productie 10 bij die akte) wordt het volgende opgemerkt:
Uit deze informele gesprekken maak ik op dat de geluidsoverlast vanuit de woning een stuk minder is geworden, maar dat de overlast in de directe omgeving van de woning en de buurt door blijft gaan.Dat de overlast voor de directe buren weer is toegenomen, blijkt hier dus niet uit.