ECLI:NL:GHAMS:2024:2910
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.J. van der Wilt
- N.R.A. Meerbeek
- A.W.T. Klappe
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep in jeugdzaak
In deze jeugdzaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 april 2024. De verdachte, geboren in 2004, had hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis. Tijdens de zitting op 5 september 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in het hoger beroep. De raadsvrouw van de verdachte had op 16 mei 2024 grieven tegen het vonnis in eerste aanleg ingediend en onderzoekswensen geformuleerd. Echter, op 4 september 2024 heeft de raadsvrouw het hof per email geïnformeerd dat de verdachte het hoger beroep niet langer wenste te handhaven en verzocht om niet-ontvankelijkheid. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat verder onderzoek rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig. De oudste raadsheer en de griffier waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.