3.2.Samengevat komen de vaststaande feiten neer op het volgende.
( i) [appellant] is fysiotherapeut. Hij exploiteert sinds 2000 een eigen praktijk. In 2004 heeft hij zijn praktijk naar [plaats] verplaatst. In de jaren 2004 tot en met 2006 boekte deze praktijk een positief nettoresultaat.
(ii) Met het oog op een wijziging van zijn lopende financiering bij Fortis/ASR is [appellant] in 2007 in contact getreden met Conatum Bedrijfsadvies (hierna: Conatum), die ondernemers begeleidt bij het verkrijgen van bedrijfsfinanciering.
(iii) [appellant] heeft in overleg met Conatum een bedrijfsplan voor verdere groei en ontwikkeling van zijn fysiotherapiepraktijk opgesteld, waarbij de prognoses voor de jaren 2008-2010 zijn opgesteld door accountantskantoor ABData + Partners. Het plan was de onderneming onder te brengen in een bv-structuur, en voorzag in de aankoop van een leegstaand schoolgebouw naast zijn privéwoning in [plaats] , waarin hij tot dan toe ook zijn fysiotherapiepraktijk had.
(iv) In een financieringsrapport van Conatum van 3 januari 2008 wordt begroot dat voor de verdere ontwikkeling van de fysiotherapiepraktijk van [appellant] (koop gebouw met praktijkruimte, bestrating, verbouwing, inrichting/inventaris en onvoorziene uitgaven) een bedrag van € 1.150.000 nodig is. In het financieringsrapport wordt voor 2008 een negatief resultaat verwacht van € 64.700, voor 2009 een positief resultaat van € 119.100 en voor 2010 een positief resultaat
€ 167.900.
( v) [appellant] had in 2008 geen middelen om bij te dragen aan de financiering van deze plannen. In een rapport van 19 februari 2008, opgesteld door het regiokantoor Heerlen van ABN AMRO, staat dat “[h]et praktijkvermogen daalde door privé opnamen”, en dat er sprake zal zijn van een aflossingstekort dat kan worden gecorrigeerd door “minder salaris uit te keren aan de DGA”. Verder vermeldt het rapport dat [plaats] weliswaar een arme gemeente is, maar een groot achterland heeft.
(vi) In een intern rapport hebben medewerkers van ABN AMRO (een analist en twee zogenoemde fiatteurs) hun oordeel over het bedrijfsplan van [appellant] uitgesproken. De analist spreekt van een “mooi positief resultaat” van de praktijk in 2005-2007, geeft een verklaring voor de privé-onttrekkingen, constateert dat de prognose in het bedrijfsplan “erg taakstellend is”, dat de houding van [appellant] daarin van belang is en dat [appellant] dit onderkent. De analist spreekt zijn twijfel uit over de haalbaarheid van de financierings-aanvraag en stelt dat de prognose vooral drijft op een omzetverwachting buiten het primaire verzorgingsgebied van de praktijk. De eerste fiatteur schrijft dat [appellant] over die verwachting een nadere onderbouwing heeft verstrekt, en dat zijn plannen goed doordacht lijken, en de tweede fiatteur schrijft dat deze nadere onderbouwing vertrouwen geeft om de aanvraag te fiatteren.
(vii) Op 13 maart 2008 heeft ABN AMRO de aanvraag voor de financiering van de fysiopraktijk van [appellant] goedgekeurd. Er is een (gedeeltelijk aflossingsvrij) krediet verstrekt van in totaal € 1.324.000. Daarnaast is door Amstel Lease nog een bedrag van € 180.000 aan [appellant] geleend voor de lease van fitnessapparatuur en computers.
(viii) [appellant] heeft aan Conatum € 42.000 betaald voor haar advisering en ondersteuning bij deze kredietverstrekking.
(ix) Vanaf 1 oktober 2009 bedroeg de maandelijkse aflossingsverplichting van [appellant] € 4.416.
(xi) Omdat zijn omzet achterbleef bij de prognose in het bedrijfsplan, heeft ABN AMRO het dossier van [appellant] in november 2009 ondergebracht bij haar afdeling Bijzonder Beheer.
(xii) Ook na 2009 bleef de omzet van [appellant] achter bij de prognose. In 2010, 2012, 2013, 2014, 2015 en 2016 heeft [appellant] ABN AMRO om betaalpauzes verzocht, waarmee ABN AMRO heeft ingestemd.
(xiii) Bij brief van 22 juni 2018 heeft [appellant] zich over de gang van zaken bij en na de kredietverstrekking door ABN AMRO beklaagd.
(xiv) Op 25 januari 2021 zijn op verzoek van [appellant] in het kader van een voorlopig getuigenverhoor drie voormalige werknemers van ABN AMRO gehoord, die in 2008 betrokken waren bij de beslissing over de kredietverstrekking aan [appellant] .