ECLI:NL:GHAMS:2024:2868

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
200.340.049/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een professionele mentor voor een meerderjarige met Alzheimer

In deze zaak gaat het om de benoeming van een mentor voor een meerderjarige, betrokkene, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. De kantonrechter in Amsterdam had op 15 januari 2024 Goedhart Bewind B.V. benoemd tot mentor. Appellanten, de broer en zus van betrokkene, zijn het niet eens met deze benoeming en hebben op 15 april 2024 hoger beroep ingesteld. Zij verzoeken om zelf of gezamenlijk tot mentor benoemd te worden. Het hof heeft op 8 augustus 2024 de zitting gehouden, waarbij de appellanten, de mentor en vertegenwoordigers van de zorggroep aanwezig waren. Zus [zus] was afwezig.

Het hof overweegt dat de benoeming van een professionele mentor in het belang van betrokkene is, gezien de onenigheid binnen de familie en de kwetsbare toestand van betrokkene. De mentor heeft aangegeven dat de situatie rondom betrokkene is verbeterd sinds de benoeming van een professionele mentor. Het hof concludeert dat de wettelijke vereisten voor de benoeming van een mentor zijn voldaan en dat het in het belang van betrokkene is dat de huidige situatie blijft zoals deze is. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter en wijst het verzoek van appellanten af.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.340.049/01
zaak- / rekestnummer rechtbank: 10662802 EB VERZ 23-10225
Beschikking van de meervoudige kamer van 17 september 2024 in de zaak van
[de broer] ,
wonende te [plaats A] ,
[de zus] ,
wonende te Zwitserland,
verzoekers in hoger beroep,
hierna respectievelijk te noemen: de broer en de zus,
gezamenlijk te noemen: appellanten,
advocaat: mr. T.A. Bruins te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal.
Het hof heeft daarnaast als belanghebbenden aangemerkt:
- [betrokkene] , hierna te noemen: (de) betrokkene;
- [zus] , hierna te noemen: zus [zus] ;
- Goedhart Bewind B.V., hierna ook te noemen: de mentor.
Als informant is aangemerkt:
- [X zorggroep] .

1.De zaak in het kort

1.1
De zaak gaat over wie de mentor moet worden van de betrokkene.
1.2
De kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) heeft op 15 januari 2024 Goedhart Bewind B.V. benoemd tot mentor van de betrokkene (hierna: de bestreden beschikking).
Appellanten zijn het niet eens met de benoeming van deze mentor en willen dat zij zelf of alleen de broer tot mentor van de betrokkene wordt dan wel worden benoemd.

2.De procedure in hoger beroep

2.1
Appellanten zijn op 15 april 2024 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.
2.2
Het hof heeft daarnaast de volgende stukken ontvangen:
- een brief van de zijde van de mentor van 21 mei 2024;
- een brief van de zijde van zus [zus] van 3 juni 2024;
- een brief van de zijde van zus [zus] van 24 juni 2024 met bijlage;
- een brief van de zijde van zus [zus] van 24 juli 2024 met bijlagen;
- een bericht van de zijde van appellanten van 31 juli 2024 met bijlagen.
2.3
De zitting heeft op 8 augustus 2024 plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:
- appellanten, bijgestaan door hun advocaat;
- de mentor, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger 1] en [vertegenwoordiger 2] ;
- [X zorggroep] , vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger ] .
Zus [zus] is met bericht van afwezigheid niet verschenen.
De advocaat van appellanten heeft op de zitting een pleitnotitie overgelegd. Nu deze afwijkt van hetgeen de advocaat naar voren heeft gebracht, laat het hof de pleitnotities buiten beschouwing.

3.De feiten

3.1
Betrokkene is geboren [in] 1951. Zij is de zus van appellanten en zus [zus] .
3.2
Bij afzonderlijke beschikking van 15 januari 2024 zijn op verzoek van [X zorggroep] en appellanten, de goederen die (zullen) toebehoren aan de betrokkene onder bewind gesteld wegens haar lichamelijke/geestelijke toestand en is Goedhart Bewind B.V. benoemd tot bewindvoerder.
3.3
Betrokkene lijdt aan de ziekte van Alzheimer en verblijft bij de instelling [X zorggroep] te [plaats] .
3.4
Bij volmacht van 25 november 2019 heeft betrokkene zus [zus] en haar partner een volmacht gegeven om, samengevat, haar te vertegenwoordigen en al haar rechten en belangen waar te nemen en uit te oefenen.

4.De omvang van het hoger beroep

4.1
De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking, op verzoek van zus [zus] , [X zorggroep] en appellanten, een mentorschap ingesteld ten behoeve van betrokkene, en de mentor benoemd.
4.2
Appellanten verzoeken, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, opnieuw rechtdoende appellanten gezamenlijk tot mentor te benoemen, dan wel de broer alleen tot mentor te benoemen.
4.3
De mentor heeft zich ter zitting in hoger beroep verweerd.

5.De motivering van de beslissing

Het wettelijk kader
5.1
Op grond van artikel 1:450 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan de rechter ten behoeve van een meerderjarige een mentorschap instellen indien de meerderjarige als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen.
5.2
Op grond van artikel 1:452 lid 1 BW benoemt de rechter bij het instellen van het mentorschap of zo spoedig mogelijk daarna een mentor. Hij vergewist zich van de bereidheid en vormt zich een oordeel over de geschiktheid van de te benoemen persoon.
Op grond van artikel 1:452 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de mentor de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. Indien lid 3 niet van toepassing is, bepaalt lid 4 van dit artikel dat, indien de betrokkene gehuwd is, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of anderszins een levensgezel heeft, bij voorkeur de echtgenoot, de geregistreerde partner dan wel andere levensgezel tot mentor wordt benoemd. Is de vorige zin niet van toepassing dan wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot mentor benoemd.
Rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid kunnen tot mentor worden benoemd.
De rechter kan twee mentoren benoemen, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
De standpunten
5.3
Appellanten vinden dat ten onrechte een professionele mentor is benoemd. Zij hebben nooit verzocht een professionele mentor te benoemen. Zij hebben verzocht een professionele bewindvoerder te benoemen en hebben daarnaast verzocht om zelf gezamenlijk te worden benoemd tot mentor. Uit contact met de mentor blijkt dat hij slechts 17 uur per jaar aan tijd kan besteden aan de betrokkene, inclusief reistijd. Dat is onvoldoende. De financiën kunnen prima geregeld worden door de bewindvoerder, maar het mentorschap kan beter bij hen als familieleden of bij de broer alleen worden belegd, aldus appellanten.
5.4
De mentor vindt het verstandig dat een onafhankelijk, professioneel mentor is benoemd nu er onenigheid is binnen de familie. Uit een recent gehouden multidisciplinair overleg waarbij de mentor, zorgverleners en een arts aanwezig waren, is gebleken dat betrokkene lijdt onder de onenigheid tussen haar broer en zussen. Bij betrokkene is sprake van een gevorderd stadium van de ziekte van Alzheimer. Hierdoor heeft zij continu behoefte aan veiligheid en verliest zij de grip op haar leven. Juist om alle onrust te voorkomen, is door de kantonrechter een professionele mentor benoemd die maar één enkel belang heeft, het welzijn van betrokkene. De mentor is dan ook van mening dat de situatie in het belang van de betrokkene zo dient te blijven.
5.5
Zus [zus] heeft in haar brieven van 3 en 24 juni en 24 juli 2024 aangegeven niet ter zitting in hoger beroep te zullen verschijnen in verband met de verstoorde familieverhoudingen. Zij is het eens met de bestreden beschikking. Betrokkene woont al jaren in [plaats] en er is ruim twintig jaar geen contact geweest tussen betrokkene en de broer. Daarbij woont de broer in [plaats A] en de zus in Zwitserland.
Sinds de scheiding van betrokkene in 2008 is zus [zus] zoveel mogelijk bij haar betrokken en komt zus [zus] wekelijks bij betrokkene op bezoek, ook na vaststelling van de diagnose van de ziekte van Alzheimer in 2017. In overleg met de mentor is zus [zus] ook nu nog betrokken bij de verzorging van betrokkene.
5.6
[X zorggroep] heeft ter zitting in hoger beroep aangegeven dat er pas problemen rondom betrokkene ontstonden vanaf het moment dat appellanten weer contact met haar kregen. Doordat zij veelvuldig telefonisch contact zochten ontstond een vervelende situatie op de afdeling. De betrokkene werd daar zo onrustig van dat zij hiervoor kalmerende medicatie nodig had.
Deze onrustige situatie was de directe aanleiding voor de aanvraag van het mentorschap. Wanneer appellanten zouden worden benoemd tot mentor, voorziet [X zorggroep] , gelet op de eerdere ervaringen met hen een moeizame samenwerking. [X zorggroep] betwijfelt of betrokkene het contactherstel met appellanten vorig jaar kan hebben geïnitieerd. Betrokkene heeft namelijk al langere tijd een ernstige vorm van dementie. [X zorggroep] is tevreden over de samenwerking met de huidige mentor en constateert dat er inmiddels meer rust rondom betrokkene is ontstaan.
5.7
Het hof gaat in de beoordeling verder in op deze en andere argumenten van de partijen.
De beoordeling
5.8
Ten eerste beslist het hof dat de betrokkene niet zal worden gehoord over de voorliggende beslissing. Desgevraagd hebben appellanten zich op het standpunt gesteld dat het goed zou zijn om betrokkene op locatie te horen en dat zij daartoe goed in staat is. De vertegenwoordiger van [X zorggroep] heeft daarentegen verklaard dat betrokkene daartoe gelet op haar gevorderde Alzheimer niet meer in staat is.
Het hof is van oordeel dat [X zorggroep] als professionele verzorger van betrokkene die haar dagelijks ziet, de huidige situatie van de betrokkene beter in staat is te beoordelen dan appellanten. Het hof zal daarom aansluiten bij deze beoordeling en betrokkene niet horen. Daarbij overweegt het hof dat het niet zinvol is betrokkene te horen omdat zij, gelet op haar medische situatie, onvoldoende in staat is haar mening kenbaar te maken en dit voorts niet in haar belang is omdat dit, mede gelet op de onrust die bij haar is ontstaan naar aanleiding van de conflicten in de familie, bij betrokkene mogelijk nog meer onrust teweeg zal brengen.
5.9
Vaststaat dat voldaan is aan de wettelijke vereisten voor de benoeming van een mentor voor betrokkene. Het hof is van oordeel dat het gelet op alle omstandigheden, het meest in het belang van betrokkene is dat een professionele mentor de belangen van niet-vermogensrechtelijke aard van betrokkene zal waarnemen en de huidige situatie blijft zoals deze is.
Weliswaar is ter zitting in hoger beroep gebleken dat het geschil tussen appellanten enerzijds en zus [zus] en [X zorggroep] anderzijds over een door appellanten gewenste verhuizing van betrokkene naar [plaats A] niet langer aan de orde is, vaststaat echter dat er nog steeds spanningen tussen hen bestaan. Uit de stukken is voldoende gebleken dat de verhouding tussen appellanten en zus [zus] nog altijd verstoord is. Daarnaast heeft [X zorggroep] ter zitting in hoger beroep meegedeeld de veelvuldige telefonische contacten van appellanten nog steeds als storend te ervaren en juist blij te zijn met de betrokkenheid van de professionele mentor. Uit de brieven van zus [zus] en de verklaring van [X zorggroep] ter zitting in hoger beroep begrijpt het hof bovendien dat zus [zus] nog altijd nauw betrokken is bij betrokkene en haar wekelijks ziet. Het contact tussen zus [zus] en [X zorggroep] is goed, evenals het contact tussen de mentor en zus [zus] . Het vervangen van het professionele mentorschap door appellanten zal deze balans mogelijk doorbreken en het thans gevonden evenwicht met de daarbij behorende rust kunnen verstoren. Dit acht het hof niet in het belang van betrokkene, mede gelet op de positieve invloed die zus [zus] heeft op betrokkene, haar verblijf bij [X zorggroep] en het contact met de mentor, die ook haar bewindvoerder is.
Daarbij wijst het hof appellanten erop dat hun rol en hun gewenste betrokkenheid bij betrokkene niet in het geding komt nu sprake is van een professioneel mentor die de niet-vermogensrechtelijke belangen behartigt. De mentor heeft ter zitting in hoger beroep aangegeven met hen in gesprek te willen en het hof gaat ervan uit dat een modus gevonden wordt waarbij ook appellanten in het belang van betrokkene betrokken worden.
Het hof beslist als volgt.

6.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep;
wijst af het in hoger beroep meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Hoogland, mr. C.E. Buitendijk en mr. M. Perfors, in tegenwoordigheid van mr. W.J. Boon als griffier en is op 17 september 2024 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.