Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
referteverklaring” worden meegezonden met het echtscheidingsverzoek. Na ontvangst van een dergelijke referteverklaring, kan de rechtbank de zaak op relatief korte termijn (ca. vier tot zes weken na indiening) afdoen op de ingediende stukken, zonder dat een mondelinge behandeling nodig is. (...)’
in aanmerking nemende’staat dat verkoper de [X] voor eigen rekening exploiteert en deze met ingang van 1 mei 2018 wenst over te dragen aan de koper (de moeder van de vrouw). In artikel 5 lid 2 van de koopovereenkomst staat, voor zover hier van belang, het volgende:
”
Overzicht overname cq kwijtschelding schulden” staat een totale schuld van de vrouw van € 55.223,63 aan haar moeder (waaronder voor huur en een rijbak) en staan verder schulden opgenomen aan crediteuren, de belastingdienst en het personeel. De lijst sluit op een totale schuld van € 92.120,12.
Uitstel voor de duur van 8 weken voor het indienen van een verweerschrift met zelfstandige verzoeken. Partijen hebben zich na afloop van de zitting voorlopige voorzieningen (…) gehouden op 20 december jl. zich tot het mediation bureau van uw rechtbank gewend om te bezien of in der minne afspraken kunnen worden gemaakt. De gesprekken met de mediator zijn eind december j1. gestart. Er is inmiddels een getekend ouderschapsplan. Partijen hebben daarna nog overleg met de mediator gehad aangaande de overige onderwerpen in de echtscheidingsprocedure. Inmiddels is er overeenstemming bereikt. Afgesproken is dat mr. Hijnen het convenant zal gaan opstellen. Mr. Hijnen, advocaat van verzoekster, stemt in met het uitstelverzoek.”
3.Beoordeling
principaal hoger beroepkomt de vrouw met tien grieven (genummerd één tot en met twee en vier tot en met elf) op tegen het bestreden vonnis. Alle grieven betreffen het oordeel van de rechtbank dat partijen in 2018 hebben afgesproken dat de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap met gesloten beurzen zou geschieden en dat zij hier uitvoering aan hebben gegeven.
voorwaardelijk incidenteel hoger beroepkomt de man met één grief op tegen het bestreden vonnis. Hij voert het volgende aan. Als het hof zal oordelen dat de verdeling niet met gesloten beurzen is afgedaan en het bestreden vonnis dus zal worden vernietigd, heeft de man belang bij de bespreking van zijn vorderingen zoals in eerste aanleg geformuleerd onder V, VI en VII van de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte houdende wijziging / vermeerdering eis en gronden met producties. De vrouw voert verweer.