ECLI:NL:GHAMS:2024:2740

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
200.246.365/01 OK en 200.249.755/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van vereffenaar in zaken van Casa Della Gioia B.V. en Raboni O.G. B.V. na vaststelling van wanbeleid

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, uitgesproken op 30 september 2024, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot de besloten vennootschappen Casa Della Gioia B.V. en Raboni O.G. B.V. In de eerste zaak, met zaaknummer 200.246.365/01 OK, hebben de verzoeksters, Lamb Shepherd Holding B.V. en Casa Della Gioia B.V., een verzoek ingediend om wanbeleid vast te stellen en een vereffenaar aan te wijzen. De Ondernemingskamer had eerder al een onderzoek bevolen naar het beleid van Casa Della Gioia B.V. en had een bestuurder aangewezen. In de tweede zaak, met zaaknummer 200.249.755/01 OK, hebben de verzoeksters Byblos B.V. en Raboni O.G. B.V. een soortgelijk verzoek ingediend. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er wanbeleid is bij beide vennootschappen en heeft besloten tot ontbinding en benoeming van een vereffenaar. De Hoge Raad heeft een cassatieberoep van Lamb tegen de eerdere beschikking afgewezen, waardoor de beschikking onherroepelijk is geworden. De Ondernemingskamer heeft mr. drs. R. Mulder benoemd tot vereffenaar van zowel Casa Della Gioia B.V. als Raboni O.G. B.V., waarbij de kosten ten laste van de vennootschappen komen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
beschikking van de Ondernemingskamer van 30 september 2024
in de zaak met zaaknummer 200.246.365/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LAMB SHEPHERD HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASA DELLA GIOIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTERS,
advocaat: voorheen mr. S.I.P. Schouten, kantoorhoudende te Amsterdam, thans geen advocaat
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASA DELLA GIOIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BYBLOS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2.
[A],
wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam,
3. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CASA DELLA GIOIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verschenen bij haar bestuurders [A] en [B] ,
4.
[C],
wonende te [plaats] ,
5.
[D],
wonende te [plaats] ,
6.
[E],
wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
en in de zaak met zaaknummer 200.249.755/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BYBLOS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RABONI O.G. B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RABONI O.G. B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LAMB SHEPHERD HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen mr. S.I.P. Schouten, kantoorhoudende te Amsterdam, thans geen advocaat.
In het vervolg zullen de hierna te vermelden (rechts)personen als volgt worden aangeduid:
  • Casa della Gioia B.V. met Casa;
  • Raboni O.G. B.V. met Raboni;
  • Byblos B.V. met Byblos;
  • Lamb Shepherd Holding B.V. met Lamb;
  • [B] met [B] ;
  • [A] met [A] ;
  • Stichting administratiekantoor Casa della Gioia B.V. met STAK;
  • [C] met [C] ;
  • [D] met [D] ; en
  • [E] met [E] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.246.365/01 OK verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 27 november 2018, 3 december 2018, 28 augustus 2019, 14 november 2019, 9 december 2019, 19 juni 2023 en 2 oktober 2023. Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.249.755/01 OK verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 29 januari 2019, 14 november 2019, 9 december 2019, 19 juni 2023 en 2 oktober 2023.
1.2
Bij beschikking van 27 november 2018 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Casa over de periode vanaf 1 januari 2014 en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Tevens is bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van Casa met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Casa te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder Casa niet vertegenwoordigd kan worden. Bij beschikking van dezelfde dag heeft de Ondernemingskamer ing. J.A.H. Overing MBA te Amsterdam (hierna: Overing) aangewezen als bestuurder van Casa. Bij beschikking van 3 december 2018 is drs. E.A. Marseille RA te Amsterdam (hierna: Marseille) aangewezen als onderzoeker.
1.3
Bij beschikking van 29 januari 2019 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Raboni over de periode vanaf 1 januari 2016 en Marseille benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Tevens is bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – Overing benoemd tot bestuurder van Raboni met beslissende stem en is bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Raboni te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder Raboni niet vertegenwoordigd kan worden.
1.4
Marseille heeft de onderzoeken op 11 november 2019 afgerond. Bij beschikkingen van 14 november 2019 en 9 december 2019 heeft de Ondernemingskamer, voor zover hier relevant, bepaald dat de onderzoeksverslagen met bijlagen ter inzage liggen voor belanghebbenden en de kosten van de onderzoeken bepaald.
1.5
Bij verzoekschrift van 19 december 2019 hebben Lamb en [B] de Ondernemingskamer op de voet van artikel 2:355 BW verzocht Byblos te ontslaan dan wel te schorsen als bestuurder van Raboni en van Casa en [A] te ontslaan dan wel te schorsen als bestuurder van STAK.
1.6
Bij verweerschrift van 27 februari 2020 hebben Byblos en [A] verzocht om Lamb en [B] niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek, althans hun verzoek af te wijzen en Lamb en [B] te veroordelen in de kosten van het geding. Voor het geval dat Lamb en [B] niet ter zitting bereid zijn tot ondertekening van de vaststellingsovereenkomsten die zijn overgelegd als productie 3 bij het verweerschrift, hebben Byblos en [A] bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek de Ondernemingskamer verzocht om Lamb dan wel [B] te ontslaan dan wel te schorsen als bestuurder van Casa en Raboni en eveneens te bevelen dat de aandelen dan wel certificaten van Lamb dan wel [B] in Casa dan wel Raboni tijdelijk ten titel van beheer aan een onafhankelijke derde worden overgedragen, althans zodanige voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer geraden acht, en Lamb en [B] te veroordelen in de kosten van het geding.
1.7
Bij verweerschrift van 5 maart 2020 hebben Lamb en [B] de Ondernemingskamer verzocht [A] als privépersoon niet-ontvankelijk te verklaren in zijn voorwaardelijk verzoek en het voorwaardelijk verzoek van Byblos en eventueel [A] , af te wijzen.
1.8
Ter terechtzitting van de Ondernemingskamer van 12 maart 2020 zijn de onder 1.5 tot en met 1.7 genoemde verzoek- en verweerschriften behandeld. Partijen zijn toen een minnelijke regeling overeengekomen die is vastgelegd in twee aan het proces-verbaal van de zitting gehechte door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomsten. Onderdeel van die vaststellingsovereenkomsten is dat partijen hun verzoeken zullen intrekken na uitvoering van hetgeen in de vaststellingsovereenkomsten is opgenomen.
1.9
Bij e-mail van 22 mei 2023 heeft Overing de Ondernemingskamer verzocht hem uit zijn functie van tijdelijk bestuurder van Casa en Raboni te ontheffen.
1.1
Bij verzoekschrift van 23 mei 2023 heeft mr. Coskun namens Casa, Raboni, Byblos en [A] de Ondernemingskamer verzocht – samengevat – op de voet van artikel 2:349a BW, bij wijze van aanvullende onmiddellijke voorziening [B] te ontslaan als bestuurder van Casa en Raboni en eveneens te bevelen dat de aandelen dan wel certificaten van Lamb dan wel [B] in Casa dan wel Raboni tijdelijk ten titel van beheer aan een onafhankelijke derde worden overgedragen, waarbij het een nieuwe bestuurder expliciet wordt toegestaan om per direct eenzijdig over te gaan tot verkoop van het onroerend goed in Raboni en tot verkoop, verhuur dan wel staking van de exploitatie van het restaurant in Casa, zonder dat [B] of Lamb de nieuwe bestuurder dan wel [A] aansprakelijk mag stellen en houden voor deze verkoop, verhuur en staking als hierboven vermeld, waarbij [B] een dwangsom zal zijn verschuldigd van € 100.000 per keer dat hij fatsoensnormen in zijn communicatie overschrijdt richting de nieuwe bestuurder en [A] , althans zodanige overige voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer in goede justitie gerechtvaardigd acht.
1.11
Bij e-mail van 30 mei 2023 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer aan partijen bericht:
“Inmiddels is ruim drie jaar verstreken waarin geen uitvoering is gegeven aan de vaststellingsovereenkomsten. De Ondernemingskamer ziet daarin aanleiding partijen de volgende twee opties voor te houden:
1.
Partijen trekken hun verzoeken tot het vaststellen van wanbeleid en het treffen van definitieve voorzieningen in. Daarmee komt de procedure, en dus ook de benoeming van de heer Overing als tijdelijk bestuurder, tot een einde.
2.
De Ondernemingskamer zal de tweedefaseprocedure voortzetten en beslissen op de verzoeken tot het vaststellen van wanbeleid en het treffen van definitieve voorzieningen. Daartoe zal een mondelinge behandeling worden bepaald. Tijdens deze mondelinge behandeling zal tevens het verzoek van mr. Coskun tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen op de voet van artikel 2:349a BW worden behandeld. De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding die verzoeken voordien te behandelen. De Ondernemingskamer verzoekt de heer Overing in dat geval totdat uitspraak is gedaan als tijdelijk bestuurder aan te blijven en begrijpt uit de e-mail van de heer Overing van 23 mei jl. dat hij daartoe in beginsel bereid is.”
1.12
Mr. Coskun heeft namens Casa, Raboni, Byblos en [A] de Ondernemingskamer bericht voor de tweede optie te kiezen, waarna de voortzetting van de mondelinge behandeling is bepaald op 20 juli 2023.
1.13
Bij e-mail van 8 juni 2023 heeft Overing de Ondernemingskamer nogmaals verzocht hem uit zijn functie van tijdelijk bestuurder van Casa en Raboni te ontheffen. Bij beschikking van 19 juni 2023 heeft de Ondernemingskamer Overing uit zijn functie ontheven.
1.14
Bij verweerschrift en nadere toelichting tweede faseverzoek van 6 juli 2023 heeft Lamb haar verzoek gewijzigd en uitsluitend nog verzocht vast te stellen dat uit het onderzoeksverslag blijkt van wanbeleid bij Casa en Raboni en dat Byblos en [A] aansprakelijk zijn voor de kosten van het onderzoek en de door Casa, Raboni, Byblos en [A] verzochte voorzieningen af te wijzen.
1.15
Bij beschikking van 2 oktober 2023 (hierna: de tweedefasebeschikking) heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat uit het onderzoeksverslag is gebleken van wanbeleid bij Casa en Raboni. De Ondernemingskamer heeft bij wijze van definitieve voorziening besloten tot ontbinding van Casa en Raboni en een vereffenaar benoemd. Omdat de ontbinding, gelet op artikel 2:358 lid 1 BW, niet uitvoerbaar bij voorraad is, heeft Ondernemingskamer de persoon van de vereffenaar niet direct aangewezen. Hierbij heeft zij opgemerkt dat ieder van partijen de Ondernemingskamer kan verzoeken de vereffenaar aan te wijzen, zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. De overige verzoeken zijn afgewezen.
1.16
Bij e-mail van 21 september 2024 heeft mr. Coskun de Ondernemingskamer namens Casa, Raboni, Byblos en [A] een kopie van de beschikking van de Hoge Raad van 20 september 2024 met nummer 23/04852 toegezonden en de Ondernemingskamer verzocht conform de tweedefasebeschikking een vereffenaar aan te wijzen. Mr. Coskun heeft dit verzoek op 25 september 2024 telefonisch en per e-mail herhaald.
1.17
Bij e-mail van 25 september 2024 heeft mr. Schouten laten weten niet meer op te treden voor Lamb.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Uit de door mr. Coskun toegestuurde beschikking van de Hoge Raad van 20 september 2024 met nummer 23/04852 blijkt dat Lamb cassatieberoep heeft ingesteld tegen de tweedefasebeschikking. De Hoge Raad heeft dit cassatieberoep (ongemotiveerd) afgewezen onder verwijzing naar artikel 81 lid 1 RO. Hiermee is de tweedefasebeschikking onherroepelijk geworden, als gevolg waarvan ieder van partijen de Ondernemingskamer kan verzoeken de vereffenaar aan te wijzen.
2.2
Mr. Coskun heeft de Ondernemingskamer namens Casa, Raboni, Byblos en [A] verzocht over te gaan tot aanwijzing van een vereffenaar. De Ondernemingskamer zal daarom de hierna te vermelden persoon aanwijzen als vereffenaar van zowel Casa als Raboni, een en ander zoals bedoeld in de tweedefasbeschikking.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
in de zaak met zaaknummer 200.246.365/01
benoemt mr. drs. R. Mulder te Haarlem tot vereffenaar van Casa Della Gioia B.V., gevestigd te Amsterdam;
bepaalt dat het salaris en de kosten van de vereffenaar ten laste komen van Casa Della Gioia B.V.;
en in de zaak met zaaknummer 200.249.755/01 OK
benoemt mr. drs. R. Mulder te Haarlem tot vereffenaar van Raboni O.G. B.V., gevestigd te Amsterdam;
bepaalt dat het salaris en de kosten van de vereffenaar ten laste komen van Raboni O.G. B.V..
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en dr. M.J.R. Broekema RV en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.C.W. Wijffels, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024.